Een gesprek aanknopen met vreemden kan heel spannend zijn, maar zulke conversaties hebben het vermogen om vreemden te veranderen in vrienden, een date in een partner en een sollicitatie in een baan. Nieuw onderzoek toont aan dat vreemden ons vaak leuker vinden dan wij denken.
Een onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift Psychological Science, meldt dat het niet nodig is om angstig te zijn voor nieuwe mensen. Door vijf studies te combineren, konden onderzoekers in kaart brengen wat vreemden werkelijk van een nieuwe ontmoeting dachten. Zij vonden consistent bewijs voor de zogenaamde “liking gap”, een gat tussen wat we zelf denken en wat de ander denkt over de ontmoeting. Anderen blijken ons namelijk veel leuker te vinden, dan dat we denken. We onderschatten ons sociaal functioneren vaak.
Voor de eerste studie die is uitgevoerd door de Cornell Universiteit, hebben de onderzoekers 34 studenten gekoppeld voor een vijf minuten durend gesprek met standaardvragen die het ijs zouden moeten breken. Na het gesprek moesten de deelnemers invullen wat zij van het gesprek vonden en wat zij dachten dat de gesprekspartner van het gesprek vond. Het werd duidelijk dat de deelnemers onderschatte hoe aardig de ander hen vond. Daarbij werd ook duidelijk dat hoe verlegener een persoon is, hoe groter de liking gap. Bij mensen die totaal niet verlegen waren, was er soms geen sprake van een liking gap.
De tweede studie omvatte een verse groep van 84 studenten en onderzocht de potentiële rol van negatieve gedachten in relatie tot het gat. Bij mensen die we niet goed kennen zijn we bang dat we teveel praten of saai zijn. Veel mensen blijken na een ontmoeting zichzelf af te branden met zelfkritiek. ‘Ik had die slechte grap niet moeten maken’ of ‘waarom moet ik nu weer zo veel kletsen’. In deze tweede studie werden de deelnemers gevraagd om wederom 5 minuten te praten, maar ditmaal een onderwerp naar keuze. Na het gesprek werden de deelnemers weer gevraagd naar hun gedachten en visie op het gesprek.
In de derde studie koppelden de onderzoekers studenten aan volkomen vreemde mensen en mochten ze net zo lang kletsen als ze wilden, met een maximum van 45 minuten. Het bleek dat of het gesprek nu 2 of 45 minuten duurde, de liking gap bleef bestaan. Ook kwam er naar voren dat er een gat bestaat hoe leuk mensen het gesprek zelf vonden. We denken soms dat de ander er geen bal aan vindt, terwijl het tegendeel waar is. We onderschatten hoeveel plezier onze gesprekspartner aan het gesprek heeft beleefd.
De vierde en vijfde studie richtte zich op omgevingen in de echte wereld: workshops voor ondernemers. Hier werd duidelijk dat mensen je interessanter vinden dan je zelf denkt. Deze laatste studies liepen van september tot mei, waardoor onderzoekers hebben kunnen vaststellen dat de liking gap over langere tijd stand kan houden.
Conversaties blijken het domein te zijn van pessimisme over het eigen functioneren. Dit zou adaptief kunnen zijn over langere tijd omdat we gekleurd reflecteren op onze gespreksfoutjes in een poging om de volgende keer nog beter te presteren. Terwijl in werkelijkheid de ander ons beoordeelt door een totaal andere bril. Zij hebben geen idee wat we nastreven op korte termijn en zijn veel minder kritisch. Zij hebben veel minder hoge verwachtingen. Voor ons gevoel hebben we ons ideaal niet gehaald, maar de ander is daar helemaal niet mee bezig.
We zijn vaak zoveel bezig met hoe we overkomen en wat we moeten gaan zeggen, dat we signalen dat de ander ons aardig vindt simpelweg niet opvangen.
De boodschap van het onderzoek moge duidelijk zijn: anderen vinden ons meestal leuker dan we denken. (bron)