Taal bepaalt

Spreken, het gebruiken van taal, is net zo vanzelfsprekend als ademen. Onbewust bepaalt taal onze kijk op de wereld. Kinderen zijn vroeg in staat een taal te leren, maar wetenschappers staan voor een raadsel. Hoe kan zoiets ingewikkelds als taal, met al haar grammatica, klanken, betekenissen, zo gemakkelijk door ons opgepikt worden?

De Italiaanse filmregisseur Fellini zei ooit: “Iedere taal ziet de wereld op een andere manier”. Hij had gelijk. Hoe je naar de wereld kijkt, wordt niet alleen bepaald door je cultuur, maar óók door je taal. De onderzoekers van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek tonen dit aan.
Aanvankelijk werd gedacht dat alle talen opgebouwd zouden zijn uit dezelfde bouwblokken, maar tegenwoordig weten we beter. Het onderscheid tussen talen kan haast niet groter zijn. We kennen slechts 8% van alle talen op de wereld. De overige 92% blijft vooralsnog onbekend.
Hoe meer talen de onderzoekers ontdekken, des te meer verschillen ze zien. Sommige talen maken bijvoorbeeld geen gebruik van vaste woordvolgorde, iets dat we in het Nederlands juist wel doen. Elke zin is dan totaal anders opgebouwd, met de woorden door elkaar heen gehusseld. Mensen die de taal Bininj Gun-Wok spreken, hebben maar één woord, “abanyawoihwarrgahmarneganjginjeng”, nodig om te zeggen: “Ik heb alwéér het vlees voor hen te lang laten bakken”. Als iemand in de taal Mundari naar een persoon wijst en “ribai-tibai” zegt, bedoelt hij “het geluid, aanzicht of de beweging van de billen van een dik persoon die tegen elkaar aan botsen als hij loopt.” In het Siwu wordt geen onderscheid gemaakt tussen de kleuren geel, rood en groen. Dat terwijl het Siwu wel weer beschikt over ideofonen; woordklanken die zintuiglijke waarnemingen beschrijven.
Waarneming wordt geleid door de taal die je spreekt, zo blijkt. Denk maar aan de taal van wijnproevers: als je niet eerst over hun vakjargon beschikt, kun je nooit echt het verschil proeven tussen een Franse, Italiaanse of Chileense wijn.

Toch moeten alle mensen aan de basis over hetzelfde taalsysteem beschikken. Wat is dit schijnbaar flexibele systeem? Beschikken we er al over vanaf de geboorte, of vormt het zich door opvoeding?
Het zoeken naar talen in alle uithoeken van de wereld kan ons helpen met onze eigen communicatie in de toekomst. Hoe ga je efficiënt nieuwe texturen benoemen die ervaren kunnen gaan worden in een nieuw touch screen systeem? Laat je inspireren door eeuwenoude taalkennis van andere volkeren.

Zie: Aflevering van Labyrinth: ‘Taal bepaalt’ op woensdag 25 januari, 20.50 uur, Nederland 2.

Muzikaliteit wetenschappelijk ontleed

Sommige mensen zijn op muzikaal vlak uitzonderlijk begaafd, anderen schort het compleet aan muzikaa inzicht en gevoel. Mensen die lijden aan ‘amusia’ begrijpen niet wat muziek is. Muziek is voor hen niets meer dan geluid dat hun onverschillig laat, of vervelende herrie.
Darwin beschouwde muziek als een van de grootste raadsels van de mens. Heeft muziek een evolutionair nut of is het een toevallig bijproduct van andere eigenschappen? Psycholoog Isabelle Peretz werd wereldberoemd met haar onderzoek naar amusia, het ontbreken van gevoel voor muziek. Peretz is ervan overtuigd dat muziek niet zomaar een bijproduct is.

Op 14 december zendt Labyrint een programma uit over amusia en muziek als waardevol instrument bij hersenonderzoek.

Decembermaand is muziekmaand. Miljoenen Nederlanders stemmen de radio af op de muziek uit hun jeugd. De Top2000 is razend populair. Het is duidelijk dat muziek wat met ons doet. Maar waarom? De Top2000 vroeg wetenschappers deze vraag te beantwoorden. Ook Labyrint duikt in de muziek. Waar zit muziek in onze hersenen? Waarom zijn we eigenlijk muzikaal? En hebben dieren ook ritme? Recente onderzoeken brengen ons steeds dichter bij de antwoorden.

Psycholoog Isabelle Peretz leidt in Montreal een groot onderzoekslaboratorium waar zij al jaren onderzoek doet naar amusia. Niet iedereen wordt geboren met gevoel voor muziek. Mensen met amusia kunnen de ene noot niet van de andere onderscheiden. Haar onderzoek toonde aan dat muziek in de hersenen een eigen netwerk heeft, los van taal. Recentelijk documenteerde Peretz een nieuwe vorm van amusia: beatdeafness, oftewel maatdoofheid. Labyrint ontmoette Mathieu, de eerste wetenschappelijk gedocumenteerde persoon zonder ritmegevoel.

Het tv-programma laat zien dat muziek een waardevol instrument kan zijn bij hersenonderzoek. De Nederlandse neuroloog Cyrille Ferrier wordt gevolgd, die denkt dat muziek wel eens de oplossing kan zijn voor een groot probleem in de neurologie: het lokaliseren van belangrijke gebieden in de hersenen.

(Labyrint, woensdag 14 december, 20.50 uur, Nederland 2)

Emotieherkenning onderzocht

Voor een goede relatie met anderen is het herkennen van emoties cruciaal. De vaardigheid om te zien of iemand boos, blij of bang is, stelt ons in staat om ons in te leven in de ander en om gepast te reageren in sociale situaties. Maar zijn wij eigenlijk allemaal wel zo goed in het herkennen van emoties? Om deze vraag te onderzoeken zetten NTR en VPRO het Groot Nationaal Onderzoek naar emotieherkenning op poten, mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Op 7 december worden in een speciale tv-uitzending van Labyrint de resultaten gepresenteerd.

Met vier internettests en verschillende experimenten op Lowands en de Libelle Zomerweek onderzochten emotiedeskundigen Agneta Fischer, Joost Broekens en Valentijn Visch hoe goed wij zijn in het herkennen van emoties van anderen. Meer dan 15.000 mensen namen deel aan het onderzoek door tientallen gezichtsuitdrukkingen te beoordelen. Geen makkelijke taak, want hoe maak je het onderscheid tussen boosheid en walging? En tussen verbazing en angst?

In een speciale uitzending van Labyrint licht Agneta Fischer de meest opmerkelijke resultaten van het onderzoek toe en legt ze uit hoe deze tot stand zijn gekomen. Ze laat zien hoe ze tientallen bezoekers van de Libelle Zomerweek voor de gek hield om hen een teleurgestelde reactie te ontlokken en ze laat zien hoe onze interpretatie van gezichtsexpressies wordt beïnvloed door onze eigen gemoedstoestand.
Verder laat neuropsycholoog Christian Keysers zien hoe andermans emoties gespiegeld worden in ons brein, voorspelt Joost Broekens de opkomst van de empathische computer en laat Leon Rothkrantz zien hoe slimme camera’s onze emoties herkennen.

De tv-uitzending vindt plaats op woensdag 7 december 20.50 uur op Nederland 2.

‘De daad’ onderzocht en belicht op tv

Vrouwen hebben net zo veel zin in seks als mannen. Als ze dat niet hebben, doet de man iets fout. Dat stelt de Canadese neurowetenschapper Jim Pfaus. In Labyrint een kijkje in het brein tijdens ‘de daad’.

Omdat je seks moeilijk kunt onderzoeken in de slaapkamer, doet Jim Pfaus zijn onderzoek bij ratten. Die lijken volgens hem meer op mensen dan we denken. Vrouwtjesdieren hebben de naam seks passief over zich heen te laten komen. Maar als zij zelf kunnen bepalen wanneer het gebeurt willen ze ook graag seks, zo ondervond Pfaus in zijn experimenten.
Ook vond Pfaus een verklaring voor fetisjisme. Wanneer hij ratten een jasje aandeed en ze daarmee voor het eerst liet paren, konden de dieren daarna alleen nog maar paren met het jasje aan. Pfaus denkt dat omgevingsfactoren bij de eerste keer seks belangrijk zijn voor hoe je later seks beleeft.

Hersenonderzoekers Barry Komisaruk en Janniko Georgiadis doen wél onderzoek bij mensen. Zij bekeken de hersenactiviteit van vrouwen in een hersenscanner terwijl deze een orgasme beleefden. Komisaruk vond onlangs het bewijs in de hersenen dat het stimuleren van de tepels ook kan bijdragen tot een orgasme.

In deel 2 van Labyrint een raadsel dat al decennia lang wordt onderzocht : Sommige soorten kunnen zich voortplanten zonder seks te hebben. Dat terwijl er van seks altijd wordt gedacht dat het grote evolutionaire voordelen heeft. Seks zorgt er namelijk voor dat slechte veranderingen in het DNA worden opgeruimd en dat we ons zo beter kunnen aanpassen aan de omgeving.

Zie: Labyrint op 7 november.

Al is de leugen nog zo snel…

Een mens liegt gemiddeld zo’n twee keer per dag. De meeste leugens worden nooit herkend en gewoon voor waar aangenomen. Maar in situaties waarin er veel op het spel staat, doen we ons uiterste best om leugen van de waarheid te onderscheiden. Lichaamstaal spreekt boekdelen, is hierbij de populaire gedachte. Is dat wel zo?

Rechercheurs en rechters stellen vaak een te groot vertrouwen in hun vaardigheid om leugens te herkennen. Dat vindt forensisch psycholoog Stephen Porter. Populaire ideeën over het verband tussen non-verbale signalen en het verbergen van de waarheid zijn vaak compleet ongegrond. Een serieuze kwestie, want voor je het weet, zitten onschuldige mensen in de cel en komen misdadigers op vrije voeten.
Samen met zijn collega Leanne ten Brinke analyseert Porter video-opnames van veroordeelde moordenaars die voorafgaand aan de rechtszaak beweerden onschuldig te zijn. Door de gezichtsexpressies, de houding, en uitingen van de leugenaars beeld voor beeld te bestuderen, hopen ze een methode van leugendetectie te ontwikkelen die recht doet aan de kunst van het liegen.

Er zijn tal van technieken waarvan geclaimd wordt dat ze leugenaars kunnen ontmaskeren. Niet alleen de polygraaf maar ook hersenscans worden ingezet als leugendetectors.
In deel twee van Labyrint onthullen sociaalpsychologen Bruno Verschuere en Ewout Meijer de valkuilen van deze technieken. Ze pleiten voor een compleet andere aanpak om de waarheid boven tafel te krijgen: geheugendetectie. Met deze methode wordt de kans dat een onschuldige in de cel belandt vrijwel nihil.

Op woensdag 5 oktober om 20.50 uur op Nederland 2 kijk je naar een aflevering van Labyrint over goede leugenaars en slechte leugendetectoren.
Na de uitzending kun je doorpraten met wetenschappers in de wekelijkse Labyrint napraatsessie. Kijk mee op de site en stel je vragen via Twitter: www.labyrint.nl.