Hoofdstuk 1: “Papa, waarom wil jij geen alimentatie voor mij betalen?”
Deze uitspraak van mijn tweede dochter is ten diepste de reden waarom ik een boek wil schrijven. Ik wil u, als lezer, van harte bedanken dat uw aandacht is gevallen op deze publicatie van mijn verhaal. Het doel wat ik daarmee beoog is om een klankbord te vinden in mijn strijd om mijn zoon vooral een gezond leven te laten leiden en met mijn zoon een positieve, onderhoudende en intensieve(re) relatie op te bouwen. Dit in de wetenschap dat ik niet alleen iedereen kan overtuigen van mijn gelijk, maar vooral dat een gezonder leven en deze positieve relatie het best mogelijke scenario is voor de ontwikkeling van mijn zoon. Ik ben 49 jaar op het moment dat ik dit schrijf en wettelijk vader van 3 kinderen. Gevoelsmatig heb ik slechts één kind. Mijn oudste dochter werd in mijn eerste huwelijk geboren in 1987. Gedurende enkele jaren na de scheiding is mijn dochter om de twee weken een weekend bij mij geweest. Ik werkte destijds veel in het buitenland dus deze omgangsregeling was voor mij de meest praktisch haalbare. Meerdere malen heb ik later geprobeerd contact met haar te krijgen, tot op heden helaas zonder resultaat. De reden waarom dit contact destijds is beëindigd zal later in deze publicatie aan de orde komen.
Uit mijn tweede relatie is mijn jongste dochter geboren in 1993. Ook haar heb ik vrij lang om de twee weken een weekend bij mij thuis gehad. Ik werkte toen nog steeds in het buitenland. Dit contact werd door haar moeder ernstig belemmerd en zij liet niet na om zich zeer negatief uit te laten over mij. Mijn dochter gaf, mede om die reden, op een gegeven moment aan geen zin meer te hebben in een verder contact met mij. Zij vroeg mij bijvoorbeeld eens ”Papa, waarom wil jij geen alimentatie voor mij betalen?” Zij was toen 6 jaar. Ik bezat een eigen computerwinkel en haar moeder vond dat haar dochter een nieuwe computer nodig had. In die tijd is er nog even contact met mijn dochter geweest en omdat dit een goede en goedkope oplossing voor haar was heb ik de computer geleverd en geïnstalleerd. Daarna heb ik niets meer van haar vernomen. Hoewel ik nog enkele pogingen heb ondernomen om de contacten te herstellen werd hier verder van haar kant niet meer op gereageerd.
Ik werd, na 5 jaar geen relatie meer gehad te hebben, uiteindelijk weer verliefd op een vrouw. Zij was eerder getrouwd geweest en uit dit huwelijk heeft zij twee dochters, op dat moment respectievelijk 6 en 4 jaar oud, gekregen. Zij wist dat ik ook twee dochters heb waarvan er één nog een weekend per twee weken bij mij verbleef. Zij beëindigde haar nieuwe relatie en koos direct voor mij met de woorden: “Ik was niet verliefd op hem maar hij was zo goed voor de kinderen. Op jou ben ik wel verliefd.” Zo waren we enorm overtuigd van elkaars genegenheid. Vrij snel besloten we samen te gaan wonen. Het huwelijk werd vanzelfsprekend niet lang daarna gesloten en na enkele maanden huwelijk nam mijn eerste ex-echtgenote telefonisch contact met mij op met de mededeling dat “mijn oudste dochter voortaan bij jou komt wonen, omdat ik niet meer met haar overweg kan.” Mijn dochter wilde dat ook graag. In goed overleg met mijn toenmalige partner kwam mijn dochter voorlopig dus bij ons wonen. In deze periode ontdekte ik ook dat ik geen vader mocht zijn voor haar dochters. Ik mocht haar dochters weliswaar verwennen en alles doen wat leuk voor hen was, maar ik mocht ze bijvoorbeeld niet opvoeden of terechtwijzen. Ik was, volgens haar, veel te streng in de opvoeding naar de kinderen. Ik zou zelfs te streng zijn voor mijn eigen dochter. Op een dag kwam ik onze straat in en hoorde de kinderen van buiten al behoorlijk luidruchtig plezier maken. Bij thuiskomst lag mijn partner vermoeid op bed. Ze werkte immers parttime, ze zorgde constant voor de kinderen en ze had behoefte aan rust. En ze was bovendien zwanger van haar en mijn derde kind, onze eerste zoon, waarover met name dit boek handelt. De kinderen negeerden de wens van hun (pleeg-)moeder en trokken juist de volledige aandacht van haar naar zich toe. Toen ik de kinderen daarop aansprak, op de manier zoals een normale vader dat doet in zo’n situatie, kreeg ik het verwijt dat ik niet zo met de meiden om moest gaan. Ze wìsten dat moeder alle rust nodig had om bij te komen van de inspanningen. Desondanks kreeg ik tòch het verwijt dat ik me er niet mee moest bemoeien. Ook in een later stadium kreeg ik overigens ook de bevestiging dat ik niet echt de vader mocht zijn voor mijn zoon, waarover later meer. Na enkele maanden bleek dat mijn oudste dochter voor mijn toenmalige partner teveel was. Zij kon de opvoeding van mijn puberende dochter niet meer aan en ik zou, volgens haar, “te streng” zijn voor mijn dochter. Ik stond op dat moment voor een pijnlijk dilemma: Kiezen voor mijn partner die zwanger was van ons nieuwe kind en haar dochters of voor mijn oudste dochter. Ik zocht naar een goede oplossing en vond die toen mijn dochter in goed overleg bij haar opa en oma kon gaan wonen. Ze zou de gebruikelijke weekenden naar mij toe komen, zoals afgesproken met opa en oma, maar ik heb haar sindsdien nooit meer gezien. Ik begrijp nu eigenlijk des te meer waarom: Ik heb haar in dit dilemma in de steek gelaten... Dat doet mij tot op de dag van vandaag nog steeds veel pijn. Mijn ex is niet daadkrachtig en consequent genoeg. Ze wil alleen maar lief zijn en alles voor zoete koek slikken van haar dochters. Ze was destijds prima in staat om mijn dochter uit huis te laten plaatsen, maar bij haar eigen dochter komt ze, naar later zal blijken, niet tot zo’n beslissing.
Mijn zoon is in deze periode geboren en al snel bleek mijn (koop-)huis te klein. We besloten om te gaan verhuizen naar een groter (huur-)huis. Na anderhalf jaar besloten we uit elkaar te gaan, omdat onze inzichten over de opvoeding van de kinderen te veel verschilden. Ik kon de beweegredenen van mijn partner niet volgen en vond dat de kinderen werden opgevoed als porseleinen poppetjes. Constant, op elk vrij moment, moesten de kinderen vermaakt worden en er moest vooral veel aandacht aan ze worden besteed. Ik kreeg daarbij de indruk dat zij zich schuldig voelde naar haar kinderen vanwege haar vorige scheiding en zij vond dit heel erg voor de kinderen. Dit belemmerde mij juist weer om vader te zijn voor haar dochters en mijn zoon. Ongeveer een jaar nadien hebben wij het weer met elkaar onder één dak geprobeerd, maar ook dat mislukte. Wij hebben ons toch sterk tot elkaar aangetrokken gevoeld en besloten, na anderhalf jaar, met elkaar verder te gaan in een LAT-relatie. Ik zou me op die manier niet meer mogen bemoeien met de opvoeding van haar dochters en onze zoon. Het ene weekend was ik bij haar en het andere weekend was mijn zoon bij mij. Ook verbleef hij halve schoolvakanties bij mij. Op papier was dit afgesproken, maar mijn zoon gaf regelmatig aan dat hij langer bij mij wilde zijn en lag vaak ’s avonds in bed te huilen. Ik ging bij hem liggen om te troosten en te praten over deze situatie. Ik probeerde hem gerust te stellen zodat hij toch nog op tijd kon gaan slapen. Vaak ook vertelde hij mij: “Ik heb juist rust bij jou.” En ik antwoordde hem telkens, “dat ik dat heel fijn voor jou en mijzelf vind.” Achteraf bezien bedenk ik: “Had ik maar wat beter naar zijn woorden geluisterd...”