Hoi Linda,
nou weet ik niet, "hoe" (on)handelaar jouw kind is, maar hij is wel erg jong voor medicatie.
Feit is, er zijn een boel methoden, die goed kunnen werken bij ADHD.
Houd in mind: de diagnose adhd komt uit de DSM: een 'turfhandboek': de diagnose wordt gesteld op 'gedrag'. En op hoe een hummel zich precies voelt - wat en hoe en waarom een kind van 3 en een half denkt - dat is vaak gissen.
Het "etiketje" adhd doet geen enkele uitspraak over het "waarom". Dus in feite, als je weet "Bij mijn kind is adhd vastgesteld" weet je nog vrij weinig.
In alfabetische volgorde: wat regelmatig blijkt te werken zijn de benaderingen via manuele therapie, neurofeedback; het INPP en de orthomoleculaire geneeswijze.
Manuele geneeskunde is jargon voor: de manuele arts of KISS fysio therapeut. Die kijkt naar het recht staan van de (hals)wervels. Staan die scheef, wat bij plm. 75% van de ADHDers zo schijnt te zijn, dat geeft dat een enorme stroom verwarrende informatie aan het evenwichtsorgaan. Gevolg: het kind heeft een belabberd overzicht mbt. zijn omgeving (omdat in feite alles draait en niets stil staat). Daar word je niet 'subtiel, rustig, geduldig en fijngevoelig' van. Staan de scheve wervels recht, dan kan het zijn dat iemand daar alleen al enorm van opknapt.
Neurofeedback gaat over electroden op je hoofd (anno 2009 is dat geen gedoe meer met plakkertjes en lijm, gelukkig maar) en het meten van hersengolven. Nu is bekend, dat mensen met adhd weing betagolven aanmaken.
Opmerkelijk, want in een "normaal mens" zijn dat de hersengolven die gemeten worden, als iemand behoorlijk druk is. Adhd'ers produceren vaak wel alfagolven (wat de meeste mensen doen als ze wat wegdoezelen) of zelfs theta (wat een uiterst plezierige staat is voor de meeste mensen, je voelt je dan uiterst ontspannen). Het nadeel is alleen wel van alfa en thetagolven: "niemand" kan logisch nadenken, de boel orderen, overzicht hebben etc. etc. terwijl hij/zij in alfa of in theta is: daar heb je als mens dus die betagolven voor...
Wat gebeurt bij neurofeedback, is dat gemeten wordt, of jij er ook zo een bent, die moeilijk (of maar heel kort, of weinig) betagolven aanmaakt. (Of nu ja: een diagnose is een diagnose: de therapeut 'kijkt' aan de hand van jouw verhaal, wat je hersenen wel en niet vaak en makkelijk doen.)
En de behandeling is: trainen, trainen, trainen om alsnog te leren betagolven aan te maken. Dat klinkt wellicht zwaarder dan het is: je zit voor een computerscherm en als je even wat betagolven aanmaakt, krijg je meteen het plaatje van jouw voorkeur te zien, als beloning. Naarmate het beter lukt, krijgt je hele 'verhalen' op het scherm te zien.
Er zijn psychologen die dit doen en als het meezit, vergoed de verzekering de kosten.
Een iets eenvoudiger variant: je kunt CD's krijgen met een 'binaural' effect: je ene oor krijgt via de koptelefooon een net ietsje ander signaal dan je andere oor. Het verschil is te klein om op te merken, je hoort alleen muziek, klanken of wat er maar op de CD staat. Maar als het verschil tussen de 2 signalen 13 tot 40 herz bedraagt, zullen je hersenen er op reageren met het produceren van betagolven. Google eens op bijv. monroe, brainsync of hemisync. Meestal wordt wel gezegd: doe zo'n CD een uur per dag (niet de hele dag door) - voor plm. 20 euro kun je iets fatsoenlijks kopen.
De INPP visie gaat ten eerste over de ontwikkeling van het kind in de baarmoeder en de pasgeboren baby. Je hebt als mens een serie reflexen, die je in staat stellen van alles en nog wat te doen en te trainen, terwijl je hersens nog onvolgroeid zijn. Als alles meezit, "verlies" je die babyreflexen als je plm. een jaar oud bent en gaat lopen en praten. Maar bij sommige mensen - die heussies waar ook gewoon gaan lopen en praten - blijven de babyreflexen toch storen.
Zo kan "gewoon rechtop staan" een enorme klus zijn, als je babyreflexen je daarbij storen. En als je moeder of de juf dan iets tegen je zegt, vergeet je gewoon de helft (want het kan er simpelweg niet meer bij). Let wel op: de persoon in kwestie kent zichzelf niet anders dan dit, dus als je vraagt "om rechtop te staan", dan kan dat heus gewoon. Zitten kan trouwens vergelijkbare problemen opleveren.
En het probleem wordt dan geformuleerd als: "Ik kan dat allemaal niet opnemen, niet onthouden, niet ordenen". Het INPP herformuleert dit als: de reflexen storen je, zodat je het wel degelijk wilt maar nu nog niet kunt.
Een van de babyreflexen bemoeilijkt het een mens enorm, om een vaststaand punt in de ruimte te voelen. Het is of, alsof de ruimte om je heen ieder moment verandert of alsof de kamer netjes stil staat, maar dat jij constant beweegt of moet bewegen. Tja, als je zo "moet" leven van je reflexen (je kunt er als mens niets aan doen!!) dan IS overzicht hebben enorm lastig. 'Je kamer opruimen' is iets onbegrijpelijks. Of: een klus keurig volgens een stappenplan afwerken heel raar.
De diagnose komt neer op een uitgebreid bewegingsonderzoek. Aan de hand daarvan kan de therapeut zien, of een kind idd storende babyreflexen hebt.
De therapie via het INPP komt er op neer, dat je elke dag 5 minuten wat bewegingen maakt, zoals een baby die ook maakt. Het streven is, je zenuwstel een '2e kans' te bieden, om de babyreflexen alsnog te laten verdwijnen, zoals ze bij andere mensen ook zijn verdwenen. Als de reflexen op houden met storen. wordt de wereld vaak veel overzichtelijker.
(Okee, dan moet je nog leren om te ordenen, maar de basis is er. De goede adviezen komen de meeste adhd'ers de oren uit...Ze weten al lang "wat" ze moeten doen, maar de makke is vaak: "hoe" doe ik dat nou?)
Eea kan een jaar tot anderhalf jaar duren. Het wordt door de meeste aanvullende verzekeringen betaald.
Een short cut om een idee te geven: veel adhd'ers voelen zich een stuk rustiger, als ze plm. 1 minuut om hun eigen as draaien (Let op: een halve minuut de ene kant op, daarna even stilstaan - en dan de ander kant op.) Bij deze short cut mag je lekker tempo maken. Het werkt plm. een half uur. Het kan niet altijd en niet overal, maar "bijna het enige dat je nodig hebt, is het kind zelf" en "het is gratis"..
Het is noch een diagnose, noch een behandeling, maar dan heb je een klein beetje een idee.
De orthomoleculaire geneeswijze is een bijna regulier werkende arts of therapeut. Er wordt uitgebreid (na een gesprek) via bloedonderzoek (of speeksel of urine) gekeken, of je als mens wel alle biochemisch stofjes 'aan boord' hebt, zodat je zenuwselsel goed kan functioneren.
Zo blijkt regelmatig, dat mensen met adhd te weinig zink in hun lichaam hebben. Of selenium, vitamine B6 of glutamine. (Ook wordt tegelijkertijd gekeken naar eventuele allergie/ overgevoeligheid voor kleurstoffen etc.)
Het mallotige vind ik altijd, dat artsen deze stap meestal overslaan: uit gedrag blijkt iemand 'te impulsief' en dan krijg je
of een variant op speed (wat idd vaak blijkt te kalmeren)
of een anti psychoticum (want idd: vlak voor een psychose wordt een mens ook overspoeld door een wirwar van zintuigelijk prikkels).
De nuchtere, diagnostische vraag, wat er biochemisch aan de hand is, dat je zenuwstel zich zo gedraagt, zou volgens mij iedere arts zich moeten stellen, voor er medicijnen worden voorgeschreven. Google even op 'mbog', de beroepsvereniging. De meeste aanvullende verzekeringen betalen de kosten van het consult. De therapie bestaat uit het (aanvankelijk onder begeleiding) bijslikken van de tekorten.
(Ga nou niet zelf naar de drogist: daar kun je eea ook krijgen, maar geen diagnose. En soms heeft iemand een opname probleem en is de enige remedie een tijd lang een ontzettend hoge dosis slikken - "don't try this at home"/ op eigen houtje!!!)
Enne: sucses!!