Ik vraag mij af hoe het komt dat ik mijn oude 'scharrel', J, niet kan vergeten ondanks dat het jaren geleden is dat we iets hadden. Ik schaam me voor mijn gevoelens, dus ik stel deze vraag anoniem in de hoop dat iemand met me mee wil denken.
Op mijn 17e ontmoette ik J via een dating app. We hebben een paar keer afgesproken. Ik had niet het idee dat hij uit was op iets serieus. Ondertussen had ik ook dates had met een andere jongen. Deze jongen werd uiteindelijk mijn vriend en het contact met J stopte. Ik kwam J soms nog tegen omdat we in dezelfde omgeving woonden, en ik bleef wat nieuwsgierigheid voelen naar hem toe. Toen mijn relatie na drie jaar uit ging, nam ik weer contact op met J. Weer spraken we een aantal keer af. Inmiddels had hij een arrogante en dominante houding gekregen die hij een paar jaar eerder nog niet had. Hij bleek beledigd te zijn omdat ik destijds niet met hem verder was gegaan, en deed bijna alsof ik hem iets verschuldigd was. Ik was onzeker, naïef, en gevoelig voor manipulatie. Ook denk ik dat ik verliefd op hem was. (Hoe raar ook, in die situatie) Ik heb seks met hem gehad, waarna hij niks meer van zich liet horen. Ik voelde me gebruikt, en sinds dien heb ik geen enkele "bad boy" meer aantrekkelijk gevonden. Toch bleef ik af en toe aan hem denken.
Met de jaren verdwenen mijn gedachten aan hem en ik verhuisde ik naar een andere stad. Ik kwam erachter dat J in hetzelfde gebouw woonde en was ineens weer heel veel met hem bezig. Ik was bang om hem tegen te komen, maar aan de andere kant wilde ik dat ook. Ik wilde er dan extra mooi uitzien. Misschien ergens in de hoop dat hij spijt heeft dat hij mij heeft gebruikt, of om te laten zien dat ik wel waarde heb. Als ik hem uiteindelijk tegenkwam voelde ik mij altijd nerveus en klein. De dagen daarna dacht ik ook weer extra vaak aan hem.
Deze gevoelens zijn iets minder geworden, maar spelen soms nog op. Ondanks dat ik inmiddels weer een vriend heb waar ik ontzettend verliefd op ben. Als ik met hem ben, hoop ik soms dat we J tegenkomen, zodat hij mij met een ander ziet. Aan de andere kant wil ik deze ongemakkelijke situatie zoveel mogelijk vermijden.
Ik snap niet goed dat ik me er blijkbaar niet helemaal overheen kan zetten. Ja, er zijn dingen gebeurd die wel vaker voorkomen in het leven van jonge mensen. Ik ben niet meer het labiele meisje van toen. Ik ben inmiddels volwassen, en ik vind het heel puberaal van mezelf dat ik deze gevoelens heb. Ze maken me ook in de war omdat ze tegenstrijdig zijn. Het is een raar soort aantrekkingskracht waar ik absoluut niets mee wil doen. Ik snap niet goed wat mijn brein mij hiermee wil zeggen.