Mijn eerste liefde Inmiddels is dat al zes jaar geleden. Wat voelde ik mij toch gelukkig toen ik in haar armen lag. Alsof alles weer klopte. Nog nooit had ik zoveel warmte en acceptatie gevoeld.
De tijd die daarna aanbrak beviel mij ook wel. Toen begon ik te experimenteren met LSD en las ik allerlei interessante boeken. Als kind was ik graag in een bibliotheek en ik mocht graag lezen. Maar ja, toen kreeg ik als kind last van agressieproblemen en wou mijn familie mij niet meer hebben. Waardoor ik dus al van jongs af aan in instellingen moest zitten, waar ik mijzelf verloor. Het enige wat ik daar deed was vechten, dreigen, computer spellen spelen, vogels spotten, fietsen, wandelen, blowen, schelden en op de grond spugen (dat spugen was destijds heel stoer)...Rond mijn 17e begon ik mijzelf weer terug te vinden
Als kind zat ik op een school, waar ik de enige waaghals/lolbroek was. Ik werd steeds uit de klas gezet, er werd steeds om mij gelachen en ik had toen vriendinnetjes waar ik af en toe mee omging. Toen kwam ik erachter dat ik echt op mijn gelukkigst was, als ik vriendschap deelde met het vrouwelijk schoon.
Maar anderzijds werd ik ook steeds geplaagd door een behoefte om mij terug te trekken. Destijds had ik een hoogslaper, en daaronder had ik dan een hut gebouwd. Daar kon ik overdag in het donker zitten. Terwijl er kinderen op een plein aan het spelen waren, zat ik te fantaseren in het donker onder mijn bed. En vaak nam ik top 40 liedjes op met een tape recorder.
In die tijd bouwde ik vlotten, en hing ik met vrienden rond in sloten. Waar wij allerlei amfibieën spotte. En daar had je ook van die grote zandheuvels, waar wij hele dagen in konden klimmen. Och jonge, wat leek de wereld toen nog op een grote speeltuin Wat mis ik dat ontzettend...Jammer was toen de realiteit steeds meer naar binnen begon te sabbelen, en ik steeds vaker door mensen werd afgestoten en ik steeds meer begon te vervreemden van alles en iedereen. In sociale situaties werd ik steeds angstiger, waardoor ik mij bijvoorbeeld verstopte op de WC's in het schoolgebouw. Ook hing ik steeds vaker de clown uit, en genoot ik van alle aandacht dat ik kreeg (lachende klasgenoten, gesprekken na school met juffrouw Tijkje en mijn ouders) En ik eindigde op ten duur als een dikke agressieve, eetverslaafde, angstige en onzekere jongen. Die op ten duur letterlijk werd uitgespuugd door zijn vader, en in de steek werd gelaten door zijn moeder, terwijl hij werd uitgelachen door zijn broertje en zusje. Nu leef ik echter al jaren in sociaal isolement, en vraag ik mij af hoe ik met dat wat er in mij schuilt (talent, vaardigheden, inzicht) en met wie ik ben (persoonlijkheid, temperament), iets kan toevoegen aan de maatschappij