door Juglen Zwaan | 20 juli 2012 | Depressie voorkomen, Hersenen, cognitieve functies, Intelligentie
Een optimale nutriëntenstatus blijkt van belang voor een goede cognitieve functie.
Bij 104 mannen en vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 87 jaar werd de bloedconcentratie van 30 nutriënten bepaald. Er werden geheugentesten uitgevoerd en bij 42 personen werd tevens een MRI-scan van de hersenen gemaakt. Een hoge concentratie van B-vitamines, vooral van vitamine B1, B2, B6, foliumzuur en B12, in het bloedplasma bleek gerelateerd aan een beter geheugen en een groter breinvolume. Dit gold ook voor de vitamines C, D en E en voor omega 3-vetzuren.
Daarentegen werd een hoge concentratie van transvetzuren in verband gebracht met een verminderd cognitief functioneren en een kleiner breinvolume. De aanwezigheid van een depressie bleek de relatie tussen de omega 3-vetzuurconcentratie en het volume van de witte stof in de hersenen te verzwakken.
Diverse nutriënten hebben een substantiële invloed op het geheugen en hersenvolume. De relatie tussen micronutriënten en de cognitie verdient volgens de onderzoekers verder onderzoek.
Bron: Bowman GL, Silbert LC, [..], Quinn JF. Nutrient biomarker patterns, cognitive function, and MRI measures of brain aging. Neurology 2012; 78(4):241-9
Vertaling: Leefbewust.com
door Frank Ruiters | 19 januari 2012 | Aanbevolen boeken, Depressie voorkomen
Goede bedoelingen kunnen depressie bij kinderen verergeren. Prikkelbaar gedrag en sombere buien bij kinderen kunnen duiden op een depressie. Depressie bij jongeren komt vaker voor dan gedacht wordt. De omgeving van deze jongeren voelt zich vaak machteloos en begrijpt niet wat er aan de hand is. In het net op de markt gekomen boek bespreekt Yvonne Stikkelbroek de kenmerken en oorzaken van depressie. Zij geeft praktische tips waarmee kinderen hun depressie kunnen overwinnen.
Zo geeft zij de volgende tips:
Luister naar wat je kind te vertellen heeft. Wees neutraal en geef niet meteen uw mening of een oplossing. Geef het kind eerst de ruimte om zijn hart te luchten. Toon medeleven: wat vervelend voor je.
Geef alleen advies als het kind daar zelf om vraagt. Ongevraagd advies geven stuit vaak op weerstand. Als ouder kun je je dan afgewezen voelen en gefrustreerd raken. Beter is het om op een later moment te vragen ‘Wat ga je er aan doen?’. Het kind krijgt dan het initiatief en wordt op het spoor van oplossingen gezet.
Benadruk het positieve en let daarbij ook op de kleine vorderingen. Zorg dat u op een dag veel meer positieve dan negatieve opmerkingen maakt.
Soms is het noodzakelijk om aan te kaarten wat niet goed gegaan is. Benoem het gedrag en zeg welk effect dat gedrag op je heeft.
Door de vele praktijkvoorbeelden en tips zeer informatief en nuttig voor ouders, leerkrachten en hulpverleners. De handleiding geeft uitleg over welke behandelingen beschikbaar zijn in Nederland en Vlaanderen.
(Yvonne Stikkelbroek, Depressie bij kinderen. Als een kind prikkelbaar en somber is)
door Frank Ruiters | 19 december 2011 | ADHD, Depressie voorkomen
Bij depressie vormen antidepressiva (SSRI’s) de gangbare behandelingen, bij ADHD is dat rititalin. Niet altijd werken deze voor alle patiënten. Martijn Arns ging na of via EEG te voorspellen valt of een middel aanslaat, of niet.
Hij stelt: “In de toekomst zou de patiënt, na een eenvoudig EEG-onderzoek, een gepersonaliseerde behandeling kunnen ondergaan.”
Terecht zegt Arns ook dat zowel depressie als ADHD verschillende subtypen hebbem. Bij de ene variant werken medicijnen wel, bij de andere niet.
Bij zijn EEG-onderzoek krijgt de patiënt elektroden op het hoofd geplaatst die de hersenactiviteit meten. Daarna kregen de patiënten een van de volgende behandelingen: (1) medicatie, (2) magnetische hersenstimulatie (rTMS) bij depressie of (3) neurofeedback bij ADHD.
Na de behandeling bekeek Arns of er verbetering was opgetreden bij de patiënt en of er een relatie was tussen het succes van de behandelmethode en het EEG voorafgaande aan de behandeling.
Na analyse van alle data schrijft Arns dat er drie subgroepen ADHD-patiënten te onderscheiden zijn. Een van die subgoepen kenmerkt zich door juist goed te reageren op het medicijn ritalin. Dat was de groep met verlaagd alertheidsniveau en een verminderde volgehouden aandacht.
Bij depressie bleek deze groep juist niet te reageren op antidepressiva en rTMS. Mogelijk dat deze subgroep van patiënten beter reageert op bijvoorbeeld ritalin.
In zijn proefschrift pleit Arns voor behandelingen op maat binnen de psychiatrie. “Een eenvoudig EEG-onderzoek zou in dezen een welkom instrument voor de psychiater zijn.”
Voor vervolgonderzoek op dit gebied worden nog patiënten gezocht met een depressie of ADHD die overwegen medicatie te gaan gebruiken. Voor meer informatie zie ook: brainclinics.com/iSPOT.
(bericht van de Universiteit Utrecht)
door Frank Ruiters | 18 november 2011 | Depressie voorkomen
Depressie is een aandoening die vaak terugkomt. Terugval kan voorkomen worden door bijvoorbeeld het innemen van antidepressiva, maar ook via een korte training in groepsvorm of waarschijnlijk via een training aangeboden op internet. De vakgroep Klinische Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt, in samenwerking met andere instellingen, of deze trainingen een effectieve manier zijn om terugval in een depressie te voorkomen. Aan beide trainingen – en daarmee aan het onderzoek – kunnen nog belangstellenden deelnemen. Na herstel van een depressie is het nodig om te blijven werken aan het voorkomen van een terugval.
Deelname aan onderzoek
Deelname is op dit moment alleen mogelijk voor diegenen die willen meedoen aan het onderzoek naar de effectiviteit van de training. Geïnteresseerden kunnen zich hiervoor opgeven als in het verleden ervaring is opgedaan met meerdere depressies, maar men momenteel hiervan hersteld is.
Contactgegevens kunnen gemaild worden naar doorbreekdepressie@gmail.com of bel naar: 06-39616754.
door Juglen Zwaan | 14 november 2011 | Depressie voorkomen
Het negatieve effect van depressie bij jonge mensen op de gezondheid is groter dan gedacht. Vooral bij vrouwen onder de 40 verhoogt een depressie het risico op overlijden aan een hartzieken aanzienlijk.
Het is voor het eerst dat onderzoekers depressie onderzoeken als risicofactor voor hartziekten. Het resultaat is opvallend.
”Bij vrouwen is depressie een grotere risicofactor dan roken, een hoge bloeddruk, overgewicht en diabetes”, vertelt onderzoeker Viola Vaccarino van Emory University. “Dit zijn standaard risicofactoren voor hartziekten, maar deze factoren komen bij jonge vrouwen nog weinig voor.”
Deze conclusie baseerden de onderzoekers op een studie onder 7.641 mensen tussen de 17 en 39 jaar. Vrouwen met depressie of een geschiedenis van poging tot zelfdoding hadden een drie keer zo grote kans op het overlijden aan een hartziekten en veertien keer zo grote kans op het overlijden aan een hartaanval.
Bij mannen was dit 2,4 keer voor een hartziekten en 3,5 keer voor een hartaanval.
Eerdere onderzoeken bestudeerden vooral oudere personen. Bij deze mensen is er vaker sprake van andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten zoals een hoge bloeddruk en diabetes.
Bij jonge mensen spelen volgens de onderzoekers directe lichamelijke effecten van de depressie een grotere rol dan leefstijlfactoren.
De onderzoekers denken hierbij aan een toename van het stresshormoon cortisol, meer ontstekingen in het lichaam en een grotere variatie in tijd tussen de hartslagen. (Bron: Gezondheidsnet)
door Frank Ruiters | 4 maart 2011 | Algemeen nieuws, Depressie voorkomen
Je mentale en emotionele gezondheid verbeteren valt gemakkelijk te realiseren: ga lekker buiten sporten of wandelen.
Onderzoekers van het Britse Peninsula college analyseerden 11 klinische studies waarin in totaal 833 volwassen proefpersonen waren betrokken. Steeds werd nagegaan of de effecten van buitenactiviteiten verschillen bij vergelijking met het doen van activiteiten binnen. Het team ontdekte dat de meeste studies een positieve relatie maten tussen activiteiten buitenshuis en verbetering in mentaal welbevinden, zoals te merken aan toename van energie, afname in gevoelens van gespannenheid, boosheid en/of somberheid. Meestal waren die veranderingen zo groot dat men zich voornam om later hoe dan ook meer van die activiteiten te gaan doen.
De bevindingen laten zien dat het doorbrengen van tijd in de natuurlijke buitenomgeving de negatieve effecten van het moderne leven flink wegneemt, waarbij het niet alleen gaat om vetzucht of zwaarlijvigheid, maar ook om depressiviteit.
J. Thompson Coon, e.a. “Does Participating in Physical Activity in Outdoor Natural Environments Have a Greater Effect on Physical and Mental Wellbeing than Physical Activity Indoors? A Systematic Review.” Environ. Sci. Technol., 03-02-2011