Slaapwandelen, wat is het en wat moet je er mee?

Slaapwandelen, wat is het en wat moet je er mee?

We zien slaapwandelen vaak als een vrij onschuldige aandoening. We vertellen elkaar vertederd verhalen over onze kinderen die ’s nachts rondspoken en denken er verder niet al te zwaar over. Totdat er tijdens het slaapwandelen iets vervelends gebeurt. Iemand valt bijvoorbeeld van de trap of stoot zijn hoofd. Op dat moment wordt het ineens duidelijk dat slaapwandelen toch wel vervelend kan zijn.
Daarom is het interessant om wat dieper op slaapwandelen in te gaan om te voorkomen dat er iets mis gaat tijdens je slaap.

Wat is slaapwandelen

In de DSM (handboek voor psychiatrische stoornissen) staat slaapwandelen beschreven als een “parasomnie”. Dat staat voor: een afwijkend gedrag, emotie of droom die tijdens de slaap voorkomt. In dit geval gaat het dus over een gedrag.
Meestal gaan mensen slaapwandelen nadat een derde van de slaap gepasseerd is. We slapen in verschillende fasen, waarin diepe slaap afgewisseld wordt met minder diepe slaap. Het lijkt erop dat slaapwandelen kan voorkomen tussen twee perioden van diepe slaap in. Mensen die slaapwandelen worden dan voldoende wakker om te kunnen bewegen, maar onvoldoende om daadwerkelijk bij bewustzijn te zijn.

Het daadwerkelijke slaapwandelen kan verschillende vormen hebben. Meestal zit de persoon rechtop in bed en in sommige gevallen loopt hij rond. Zijn ogen zullen open zijn, maar het is ook wel duidelijk dat hij niet echt wakker is. Spreken tijdens het slaapwandelen komt ook regelmatig voor.
Het slaapwandelen duurt meestal zo rond de tien minuten en is op zich niet gevaarlijk. In de ochtend weet men er meestal niets meer van en als je wakker wordt tijdens het slaapwandelen is er ook niets aan de hand. Het gevaar zit vooral in onhandige acties tijdens het slaapwandelen.

Slaapwandelen “genezen”

Het is op dit moment niet mogelijk om slaapwandelen te genezen. Bovendien is het in verreweg de meeste gevallen niet noodzakelijk om het slaapwandelen te genezen. Zoals gezegd is het een totaal onschuldige aandoening.
Wanneer er echter gevaarlijke situaties ontstaan, is het wel handig om bepaalde voorzorgsmaatregelen te nemen om het slaapwandelen zoveel mogelijk te voorkomen of om in ieder geval de negatieve effecten te verkleinen. Ik noem er hier drie:

Wees goed uitgerust: slaapwandelen komt vaak voor bij mensen die erg moe zijn. Een gestructureerd en goed slaappatroon kan dan ook helpen om slaapwandelen te voorkomen. Wat dat betreft kan slaapwandelen dus ook een symptoom zijn van andere slaapproblematiek. Als je bijvoorbeeld te weinig slaapt omdat je slaapapneu hebt, kan de vermoeidheid die daar door veroorzaakt wordt op zijn beurt weer slaapwandelen veroorzaken.

Zorg voor een veilige slaapomgeving: dit is wellicht een open deur, maar we vinden het toch de moeite waard om hem te noemen. Slaapwandelen wordt een stuk minder risicovol als je de slaapkamerdeur op slot doet en zoveel mogelijk spullen aan de kant zet in je slaapkamer. Dat is sowieso een goed idee als je beter wilt slapen, dus kan nooit kwaad.

Doorbreken van de cyclus: wat nog wel eens echt wil helpen is het doorbreken van de cyclus van slaapwandelen. Vooral als mensen zeer regelmatig slaapwandelen, is het de moeite waard om ze wakker te maken op ongeveer twintig minuten voordat dit gebeurt. In onze ervaring kan dat er voor zorgen dat de cyclus al na twee weken doorbroken wordt, waarna het slaapwandelen ook niet meer terugkomt.

Geschreven door psycholoog Robert Haringsma van het IvPP. Hij schreef eerder een boek over zelfvertrouwen en schrijft nu artikelen op deze en zijn eigen site. Bijvoorbeeld over Niet kunnen slapen.

Mag ik je een knuffel geven?

Twee mensen ontmoeten elkaar. Ze zeggen hallo, stellen zich aan elkaar voor en dan? Worden er drie zoenen op de wang gegeven, wordt er met de handen geschud, geven ze elkaar een knuffel of vermijden ze liever enig lichamelijk contact? De manier waarop we non-verbaal, zonder woorden, met elkaar omgaan, gaat vaak zonder dat we hier eerst iets over afspreken. Het gaat zelfs onbewust, zodat we regelmatig niet eens echt doorhebben waarom we op een bepaalde manier reageren. En omdat het heel leerzaam kan zijn om onbewuste processen eens wat nader onder de loep te nemen, gaan we het hier hebben over lichamelijk contact in sociale situaties.

omhelzingProbeer eens voor jezelf te bedenken hoe je de verschillende mensen in je nabije omgeving begroet. Hoe zeg je hallo tegen je familie, je vrienden of je geliefde? En waarom begroet je de een eigenlijk anders dan de ander? Een aantal factoren zullen hier sowieso in meespelen. Zo heb je bijvoorbeeld vanuit huis uit bepaalde communicatiestijlen geleerd. Wellicht kom je uit een familie waarin knuffelen regelmatig gebeurde en je dat ook fijn vond. In dat geval sta je waarschijnlijk wat meer open voor lichamelijk contact met anderen dan wanneer jullie elkaar niet echt aan (mochten) raken. Wat vind je zelf prettig bij wie en waarom?

Uiteraard speelt de cultuur ook een grote rol in dit verhaal. Zo is het bijvoorbeeld in veel Afrikaanse landen veel gebruikelijker om met elkaar te communiceren via lichamelijk contact (een schouderklopje, een aanraking om een punt te maken, enzovoort) dan dat in Nederland het geval is. Wij hebben hier toch vaak de onuitgesproken regel dat je elkaar pas meer mag aanraken als je elkaar goed kent. De wat officiëlere drie zoenen is hier echter weer volstrekt normaal voor wanneer je een vreemde ontmoet en dat kan in Afrika juist weer gek overkomen. De stille regels die we met zijn allen hanteren hebben een grote invloed op wat als normaal wordt gezien.

Laatst maakte een vriendin van me een bijzondere opmerking. Op foto’s gaan we vaak dichtbij elkaar staan om op de foto te passen, maar slaan we ook vaak een arm om elkaar heen om het er gezellig uit te laten zien. Blijkbaar willen we ook door middel van aanraking laten zien hoe fijn het er is, terwijl je elkaar meteen weer loslaat als de foto genomen is. Misschien geeft de camera wel een mooi excuus om even fijn in elkaars armen te staan, zonder dat er bijbedoeling bij kunnen worden bedacht?

Ik denk dat we van nature van aanraking houden en dat het ook goed is voor ons welzijn. Zo zijn er onderzoeken te vinden die aantonen dat er bepaalde goede stoffen vrijkomen als je met een ander knuffelt. Daarnaast zie je ook dat kinderen graag aan elkaar zitten en in de armen van hun ouders vliegen voor troost en samenzijn. Maar zoals met alles gaat het erom wat je zelf prettig vindt en of de ander dat ook zo ziet. Probeer daarom echt eens voor jezelf na te gaan welke boodschap je zoal aan je omgeving wilt geven en of dit alleen maar met woorden kan worden overgebracht. Kan het wellicht beter gezegd worden met een knuffel? Probeer het dan gewoon uit. Houd rekening met de ander en probeer eens op een andere manier duidelijk te maken wat je eigenlijk zou willen zeggen.
Wie weet wat voor leuke ontwikkelingen hieruit voort kunnen komen?

Geschreven door online studentenpsycholoog Dea Boom van psychologenpraktijkboom.nl

Deze keer echt veranderen

Ik ga stoppen met roken. Ik ga minder drinken. Ik ga gezonder eten. Al deze voornemens beginnen vaak heel goed. In het begin is er vaak iets gebeurd waardoor de spreekwoordelijke emmer is overgelopen en je zat bent van je oude patronen. Vol motivatie gooi je je pakje sigaretten weg of haal je alleen nog maar gezond voedsel in huis.
Na een tijdje blijkt het echter steeds moeilijker om je aan je goede voornemens vast te houden en val je uiteindelijk weer terug in je oude gewoontes. Hoe houd je de nieuwe gewoontes de volgende keer wel echt vol?

rokenHet is in eerste instantie belangrijk om je te beseffen dat gewoontes onbewust echt inslijten. Je kunt het vergelijken met een karrenspoor waar constant overheen gereden wordt. De groeven worden steeds dieper en voor je het weet let je niet meer op waar je rijdt, want het gaat toch automatisch. Als je een nieuwe gewoonte aan wilt maken, rijd je op vaste grond. Je moet heel bewust de kar buiten het oude spoor houden en de nieuwe weg betreden. Deze nieuwe weg is echter nog helemaal niet ingesleten en kost nog veel moeite en het is verleidelijk om weer in het oude spoor terug te vallen. Als je echter volhoudt, zal dit nieuwe spoor steeds meer inslijten en het oude steeds meer effen worden. Je hebt een nieuw spoor aangemaakt dat je nieuwe automatisme wordt en op een gegeven moment vanzelf gaat.

Zoals je wellicht al begrepen had, ligt het keerpunt vaak in de periode tussen het oude spoor effen maken en het nieuwe spoor verdiepen. Als je eenmaal over deze hobbel heen bent, als het nieuwe spoor dieper dan het oude spoor is geworden, dan kun je het goed volhouden en heb je echt iets veranderd. Om dit te bereiken is het belangrijk om jezelf minimaal 21 dagen te gunnen. Dit is de gemiddelde tijd waarin een nieuwe gewoonte een automatisme kan worden. Het is ook behapbaar, je kunt best iets voor drie weken uitproberen toch? Neem bijvoorbeeld als doel om in ieder geval 21 dagen lang elke dag twintig minuten te gaan wandelen. Je zult merken dat het na de 21 dagen zo in je systeem zit, dat het zelfs moeilijk wordt om ermee te stoppen!

Een ander belangrijk punt in het volhouden van je nieuwe gewoontes is het stellen van kleine doelen. Zet bijvoorbeeld niet als groot, algemeen doel: “Ik wil afvallen”, maar maak een klein en specifiek doel, zoals: “In de komende twee weken wil ik een kilo kwijtraken”. Met grote doelen raken we al heel snel ontmoedigd en merken we weinig vooruitgang. Stel daarom je grote, algemene doel eerst op en verdeel deze vervolgens in kleine, behapbare subdoelen. Door dit op deze manier slim aan te pakken, merk je snel dat je vooruitgaat en blijft je motivatie hoog om door te blijven gaan.

Wil je deze keer echt iets veranderen? Maak dan kleine doelen voor jezelf en probeer de nieuwe gewoontes die hierbij horen minimaal 21 dagen uit. Probeer het maar eens uit, want ook jij kunt echt veranderen.

Geschreven door: Online studentenpsycholoog Dea Boom van Psychologenpraktijkboom.nl

Wat doet social media met je?

Social media, voor sommigen een vloek en voor anderen een zegen. We kennen het allemaal en maken er over het algemeen veelvuldig gebruik van. Of je nu een echte Twitteraar, Facebooker of LinkedInner bent, we delen van alles met elkaar via het internet. Er zijn inmiddels veel onderzoeken geweest naar de effecten hiervan. Onze wereld verandert mee met de technologie en dit heeft ongetwijfeld een invloed op ons. Wat doet social media eigenlijk met je?

social mediaLaten we beginnen met de negatieve effecten. Doordat onze wereld verandert, is het tegenwoordig minder belangrijk om veel kennis te hebben. Het gaat er juist om dat je weet hoe je informatie kunt vinden en hoe je dit zo snel mogelijk kunt doen. We hebben een gezamenlijk geheugen, het internet, gecreëerd om mee te werken. Dit kan er echter voor zorgen dat we teveel informatie binnen krijgen, doordat er zo verschrikkelijk veel te vinden is. Het is daarom belangrijk om informatie te kunnen filteren en te selecteren op relevantie. Social media kan hierbij helpen, maar kan je ook laten verzinken in een te grote hoeveelheid van informatie door iedereen die een steentje bij probeert te dragen.

Een ander effect is dat we ons gemakkelijk kunnen spiegelen aan anderen met behulp van social media, soms te makkelijk. Vaak zet je vooral je goede en mooie momenten op Facebook en Twitter. Denk bijvoorbeeld aan die grappige foto op dat ene feestje of die diploma-uitreiking met trotse familieleden om je heen. Door al deze mooie momenten kan er een verkeerd beeld ontstaan van een leven dat alleen maar positief is. Omdat we dit van anderen zien en tegelijkertijd de realiteit van onze eigen slechte momenten meemaken, kunnen we het idee krijgen dat we het een stuk slechter dan anderen doen en dat kan leiden tot gevoelens van schaamte, depressie of minderwaardigheid.

Als het echt doorslaat, kun je zelfs verslaafd raken aan social media. Je spendeert uren aan het bekijken van wat anderen plaatsen en probeert jezelf zo goed mogelijk neer te zetten in de hoop op complimenten en een goed gevoel. Het blijkt echter juist dat mensen die steeds meer tijd op social media besteden, juist in het ‘echte leven’ contactarmer en ongelukkiger zijn. Diepgaand, betekenisvol contact kan niet worden vervangen door social media en een gebrek hieraan leidt vaak tot een ongelukkig gevoel.

Hoewel we nu in een donkere sfeer zijn gekomen, zijn er echter zeker wel positieve effecten te vinden. Dankzij het internet en de nieuwe mogelijkheden tot contact kunnen we onze wereld als nooit tevoren verbreden. Je kunt zo online chatten met iemand uit China of Australië of nieuwe kennissen maken via vrienden van vrienden op bijvoorbeeld Facebook. En doordat het achter de computer plaatsvindt, is het een relatief veilige manier om nieuwe culturen en denkwijzen te ontdekken.

Onze kennis kan ook zeker vergroot worden met behulp van social media. Al spelenderwijs kunnen we met elkaar relevante en leuke informatie delen die ons weer verder helpt. Lotgenoten contact kan op deze manier ook tot stand komen en zo kun je zeker steun en waarde ervaren via deze manier van communiceren.

Hoe maak je nu een goede balans tussen de positieve en negatieve effecten die social media op je kunnen hebben? De sleutel hier is: doe het met mate. Net zoals drinken, kan je er veel plezier van ervaren, zolang als je het niet te veel doet en jezelf goed in de gaten houdt. Deel daarom ook alleen maar dingen waarvan je wilt dat anderen ze weten en houd in je achterhoofd dat anderen zich, bewust of onbewust, vaak beter voordoen dan de werkelijkheid is. En als je merkt dat het je leven negatief beïnvloedt, stop dan of zoek hulp van je omgeving om het weer in goede banen te leiden. Met andere woorden, laten we social media inzetten om elkaar te helpen en waardevolle informatie met elkaar te delen.

Geschreven door online studentenpsycholoog Dea Boom van Psychologenpraktijkboom.nl.

Er leiden meerdere wegen naar Rome

Het is altijd al Hans zijn droom geweest om als psycholoog te werken. Hij heeft de opleiding aan de universiteit voltooid en is klaar om in het werkveld aan de slag te gaan. De mogelijkheden blijken echter flink tegen te vallen. Er zijn bijna geen vacatures en de opties die er zijn, worden belaagd door honderden andere kandidaten. Wat nu? Hans kan de realiteit zoals die nu is onder ogen zien en zich op iets anders gaan richten. Hij kan echter ook kijken naar andere mogelijkheden, er leiden namelijk meerdere wegen naar Rome. Andere mogelijkheden onderzoeken, daar is waar dit verhaal over gaat.

RomeWe zijn geneigd om bij de eerste paar tegenslagen onze opties sterk in te perken. We kunnen in Hans zijn schoenen ons neerleggen bij de weinig gegeven opties en het er maar bij laten. Het is dan jammer van de droom, maar goed, het is nu eenmaal niet anders. Maar zoals ik al zei, gaat dit verhaal niet over bij de pakken neer zitten, maar om juist andere opties aan te grijpen. Wat zouden we in Hans zijn plaats nog meer kunnen doen? Hij kan bijvoorbeeld op zoek gaan naar werkervaringsplekken, zijn netwerk uitbreiden, bijscholing doen in de vorm van een opleiding of cursus, zelfstudie oppakken, een eigen bedrijf starten en nog veel meer. Het zijn geen directe of snelle oplossingen, maar wel stappen om naar zijn uiteindelijke doel toe te werken.

De boodschap is: Laat je niet stoppen door een tegenslag, maar houd je ogen open voor andere mogelijkheden. Voor elk probleem zijn er meerdere opties mogelijk, je hoeft ze alleen maar te vinden. Als het niet volgens weg A lukt, dan probeer je weg B en dan weg C, enzovoort. Het is hierbij belangrijk dat je je einddoel in het oog houdt. Wat wil je bereiken? Waar wil je naar toe werken? Als je dit stapje voor stapje aanpakt, kun je het na een aantal jaren zeker bereiken. Wellicht dat je schrikt van dat ik ‘een aantal jaren’ zeg. De meeste oplossingen komen helaas niet snel en gemakkelijk aanzetten. Daar is geduld, inzet en creativiteit voor nodig. Het vraagt dat je nieuwe wegen durft te bewandelen en ook laat zitten wat niet werkt. Je kunt hoe dan ook van elke ervaring, positief en negatief, leren wat wel en wat niet werkt en dat meenemen voor in de toekomst.

Het klinkt allemaal wellicht als heel veel werk. En dat is het meestal ook. Het is niet gemakkelijk om nieuwe paden te maken en onzekere stappen te nemen zonder dat ze meteen iets opleveren. En daarom is het doel voor ogen houden zo belangrijk. Als jij net als Hans een droom hebt, dan is die het waard om na te streven. Wanneer je naar een aantal jaren je droom waar kunt maken, dan is dat al het werk dubbel en dwars waard geweest. Het maakt het zelfs nog waardevoller, omdat je het zelf hebt gedaan.

Wees je er tot slot van bewust dat je niet alles in je eentje kunt doen. Je hebt simpelweg niet de expertise in huis om alles te kunnen. Ga daarom samenwerken met anderen. Gebruik elkaars krachten en kom samen tot een prachtig resultaat. Wees niet bang om hulp in te schakelen, je hoeft het wiel namelijk niet zelf weer opnieuw uit te vinden. Door van elkaar te leren en samen te werken komen de mooiste dingen eruit. En wie weet ben jij straks, net als Hans, wel op je droomplek beland.

Geschreven door: online studentenpsycholoog Dea Boom van psychologenpraktijkboom.nl/

Waarom is advies geven zo makkelijk en advies opvolgen niet?

Advies geven, we doen het allemaal wel eens. Die ene vriendin die bij je langs komt met haar problemen met het andere geslacht, het neefje met zijn problemen op school, de collega die niet met de baas overweg kan, enzovoort. Stuk voor stuk komen ze bij ons terecht met hun eigen problemen waar ze graag met ons over willen praten. Omdat we behulpzaam willen zijn, volgt vervolgens een goed advies uit onze monden. We zien wat er mis gaat en met goede bedoelingen geven we raad over hoe de ander het beter aan zou kunnen pakken. Vervolgens pakt die ander dit echter niet goed op en gaat hij/zij gewoon door met waar hij/zij mee bezig was. Hoe kan het toch dat advies geven zoveel makkelijker is dan advies opvolgen?

adviesLaten we deze vraag eens nader onderzoeken door een onderscheid te maken in denken en emoties. Wanneer we van een afstandje kijken naar de manier waarop een vriendin met mannen omgaat, kunnen we al gauw waarnemen waar het misgaat. Doordat we er zelf niet direct in betrokken zijn, is het gemakkelijker om er rationeel naar te kijken en ons niet door allerlei emoties mee te laten slepen. Ons advies baseert zich daarom ook op rationele argumenten, zoals: Laat die man zitten, hij bedriegt je alleen maar en daarom moet je niet bij hem blijven. En toch gaat de vriendin vervolgens doodleuk met hem verder. Blijkbaar kan of wil ze het advies niet ter harte nemen. Waarom?

Wat nou als we het van de andere kant bekijken? Stel dat wij diegenen zijn die in een verkeerde relatie blijven hangen. Veel vrienden hebben met de beste bedoelingen duidelijk proberen te maken dat we de relatie moeten verbreken en we snappen het wel, maar doen het niet. Hier komen onder andere de emoties om de hoek kijken. Het voelt bijvoorbeeld gewoon veel te eng om deze partner te moeten missen of om weer op eigen benen te staan. Of we hebben het gevoel dat de positieve kanten wel opwegen tegen de negatieve kanten. Wat de reden ook is, ons gevoel overstemt simpelweg ons denken. We wéten wel dat iets niet goed is, maar we wíllen het te graag.

Advies geven gebeurt vaak vanuit de ratio, vanuit ons denken. We kunnen feilloos beargumenteren hoe een ander zich zou moeten gedragen. We zijn er zelfs heel goed in om onszelf te vertellen wat we eigenlijk anders zouden moeten doen. Advies opvolgen gebeurt echter vaak vanuit de emotie. We moeten echt iets willen voordat we veranderen. Het gevoel dat we ergens bij krijgen overstemt ons denken en we laten ons leiden door onze emoties. Dit maakt duidelijk waarom er zo’n verschil zit tussen het geven en ontvangen van advies. De gever maakt iets duidelijk met behulp van denken en de ontvanger luistert met emoties.

Wat kunnen we hiermee? Moeten we maar ophouden met advies geven als het blijkbaar toch geen zin heeft? Zeker niet, maar het is wel goed om te beseffen waarom de ander het advies wellicht niet opvolgt. Door ons te beseffen dat we met goede argumenten iets proberen te bereiken waar de ander wellicht niet naar kan of wil luisteren, worden we ook minder gefrustreerd als de ander ons mooie advies niet opvolgt. Aan de andere kant kunnen we als advies ontvanger beseffen dat de ander de beste bedoelingen heeft en er toch ook met onze ratio naar proberen te luisteren. Ook wanneer we onszelf advies geven geldt dit principe. Beide kanten, het denken en de emoties, zijn belangrijke aspecten en moeten allebei gehoord worden. Het is de kunst om de balans in het midden te vinden.

(Geschreven door: Online studentenpsycholoog Dea Boom van psychologenpraktijkboom.nl, afbeelding: Brandon Riley)