door Gezondheidsnet.nl | 12 maart 2013 | Opvoeding
Steeds meer jongeren lijken te kampen met een burn-out. Experts spreken in Sp!ts over een verontrustende trend.
“Van de 243 mensen met een burn-out die we begeleiden, is 18 procent jonger dan 33 jaar. Ik vind dat nogal wat, zo jong en al totaal uitgeput en overbelast zijn”, zegt Barbara Martens. Zij is oprichter van Gingermood Coachmatchers, een bedrijf dat onder anderen mensen met een burn-out begeleidt.
Volgens Martens kampen de jongere werknemers met extreme vermoeidheid door factoren als onzekerheid, een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Ze denkt dat het allemaal te maken heeft met de hoge verwachtingen die jongeren ; van het leven hebben.
“De Y-generatie, geboren na 1980, ziet in de media vooral uiterlijk mooie, perfecte mensen van de eigen leeftijd, die altijd gelukkig en succesvol zijn. Dan kijken ze naar hun eigen leven, en dat lijkt daar dan niet op.”
Onderzoeksbureau SKB, dat onder meer advies geeft aan organisaties en bedrijven, heeft de toename van psychische en fysieke klachten onder jongere werknemers ook geconstateerd. “Eerst zagen we meer burn-outklachten bij mensen in de leeftijd van 35 tot 45 jaar. Nu zien we dit meer bij 25 tot 35-jarigen. Dat is een trendbreuk, die zich tussen vijf en tien jaar geleden heeft ingezet”, aldus SKB-directeur Jan Prins.
Ook volgens Prins heeft de jongere generatie een te rooskleurig beeld van de toekomst. Vaak valt die vies tegen. Daarnaast zijn ze erg druk met sociale media, waardoor ze geestelijk niet bepaald tot rust komen.
Bron: gezondheidsnet.nl
door Juglen Zwaan | 15 december 2011 | Opvoeding
De omgang met je moeder tijdens de eerste 12 tot 18 maanden van je leven voorspellen je gedrag in romantische relaties twintig jaar later.
Dat blijkt uit onderzoek aan de University of Minnesota.
Nog voor dat je het kan onthouden, voor dat je taal hebt om het te beschrijven en terwijl je het niet helemaal bewust mee maakt ontstaan er patronen en houdingen in de hersenen. Onder andere hoe liefdevol je wordt behandeld heeft hier invloed op.
Patronen
Deze ontstane houding kan veranderen binnen nieuwe relaties of met therapie, maar in tijden van stress valt iemand vaak terug in oude patronen. Het slecht behandelde kind schiet bijvoorbeeld snel in de verdediging, terwijl een kind waarbij de moeder aandachtig en ondersteunend was, vertrouwt op de ‘goodwill’ van een persoon.
“Dit is geen nieuw idee. Wat er gebeurt met je als een kind heeft invloed op de volwassenen die je wordt.”, vertelt onderzoeker Jeffry Simpson. “Gedegen bewijs voor dit idee ontbrak echter nog.” Samen met zijn collega’s volgde Simpson 75 personen vanaf de geboorte tot halverwege de dertig.
Overwinnen
Volgens Simpson is het vooral van belang om gedrag dat in de kindertijd is ontstaan onder woorden te brengen. “Bij een toegewijde en betrouwbare partner is het mogelijk om deze oude patronen te overwinnen.” (Bron: Gezondheidsnet)
door Juglen Zwaan | 13 december 2011 | Opvoeding
Baby’s leren taal en grammatica al vanaf het moment dat zij geboren worden. Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek.
Onderzoekers van de University of Notre Dame kwamen tot de conclusie dat kinderen in hun eerste levensjaar al intensief naar taal luisteren en woordpatronen deconstrueren.
Volgens onderzoeker Jill Lany is dit de basis van het daadwerkelijke leren van woorden, dat rond de 17 maanden begint.
“Baby’s zoeken continu naar aanwijzingen voor taal in de context en het geluid.”, aldus Lany. “Er zijn een aantal verassende aanwijzingen in de geluidstroom, waardoor baby’s in staat zijn om de betekenis van woorden te leren. Ze kunnen verschillende soorten woorden onderscheiden zoals zelfstandig naamwoorden en werkwoorden.”
Lany stelt dat kinderen van een jaar oud gokken waar een woord mee in verband staat of naar wijst. Het zinnetje ‘Het is een’ wordt altijd uitgesproken voor een zelfstandig naamwoord. Baby’s kennen het woord niet, maar kunnen wel gokken dat het een object is. Hetzelfde geldt voor ‘Ik ben aan het’, hierop zal een werkwoord of actie volgen.
Deze patronen gebruiken baby’s als aanwijzingen voor de nieuwe woorden die zij leren. Rond de 15 maanden zijn ze ook in staat om niet aangrenzende relaties en complexere grammaticale structuren te onderscheiden. “We denken vaak dat grammatica pas ontstaat na het leren van woorden.”, vertelt Lany. “Maar dit onderzoek laat zien dat de informatie die kinderen oppikken in hun eerste levensjaar een hele grote rol speelt bij het ontwikkelen van taal.” (Bron: Gezondheidsnet)
door Anne-Marie Kolodziejski | 23 december 2007 | Opvoeding
Het is al langer bekend dat kinderen van depressieve moeders een grotere kans hebben om gedragsproblemen te ontwikkelen. Maar er is hoopvol nieuws. Uit recent onderzoek is gebleken dat een betrokken houding van de vader de kans op problemen kan verkleinen.

Kinderen van depressieve moeders hebben bijvoorbeeld meer kans om agressief gedrag te vertonen of somber te worden. Ook kunnen ze last hebben van een gebrek aan zelfvertrouwen, een verstoorde relatie met andere kinderen, hechtingsproblemen en aandachtsstoornissen. In de literatuur is de rol van de vader in de ontwikkeling van het kind lang onderbelicht gebleven. Wat kan een vader doen om zijn kind te helpen als de moeder depressieve klachten heeft?
In de studie van Chang, Halpern en Kaufman (2007) werden 6552 kinderen van 3197 moeders 10 jaar lang gevolgd. Bij het begin van het onderoek waren de kinderen 0 tot 10 jaar oud.
De moeders werd gevraagd naar depressieve symptomen in de week voorafgaand aan het onderzoek. Ook vulden zij een vragenlijst in over eventuele gedragsproblemen van hun kind. De onderzoekers stelden de kinderen een aantal vragen over de band met hun vader. Ze wilden bijvoorbeeld weten of de vader met het kind praatte over belangrijke beslissingen en of hij bij een ruzie ook luisterde naar de mening van het kind. Ook werd gevraagd of de vader aanwezig was bij belangrijke gelegenheden, of hij wist waar het kind zich bevond als het niet thuis was en of vader en kind met elkaar van gedachten wisselden over belangrijke zaken. Ten slotte waren er vragen over hoe het kind zelf de relatie met zijn of haar vader beoordeelde en of hij genoeg tijd met hem of haar doorbracht.
De resultaten van het onderzoek lieten zien, dat de negatieve effecten van het opgroeien met een depressieve moeder, kunnen worden gecompenseerd door de betrokkenheid van de vader.
Archives of pediatric and adolescent medicine
door Frank Ruiters | 29 augustus 2007 | Opvoeding
Technologie is gemakkelijk toegankelijk. Wij en ook onze kinderen worden graag geëntertaind met games via de spelcomputer, tv en computer. Het is echter belangrijk om daarnaast om voor kinderen ook tijd en ruimte te creëren voor het doen van ‘ouderwetse’ spelletjes.
Ongestructureerd spel komt zowel het lichaam als de geest van kinderen ten goede, zeggen Amerikaanse onderzoekers. Zij schrijven in Pediatrics 2007 Jan;119(1):182-191 dat deze vorm van spel de bouwstenen levert voor de ontwikkeling van creativiteit en fantasie. De kinderen ontwikkelen zo probleemoplosvaardigheden door allerlei oplossingen uit te proberen. Een bijkomend voordeel van spel is verder ook dat het de relatie tussen ouder of opvoeder en kind ten goede kan komen.
Het wordt daarom aangeraden om kinderen een omgeving te bieden die uitnodigt tot ongestructureerd spel.
De meest simpele dingen, zoals een paar oude schoenen of plastic bakjes, kunnen genoeg zijn om een rijk fantasiespel uit te lokken. Een paar suggesties: dozen kunnen dienst doen als poppenhuis en oude lakens zijn te gebruiken voor het maken van tenten.
(Pediatrics. 2007 119(1):182-91)
door Heidie Tops | 7 mei 2007 | Opvoeding
De opvoedingsstijl van de vader blijkt van grote invloed te zijn op het gewicht van het kind. Dit toont Australisch onderzoek aan, waarbij bijna 5000 kinderen van 4 en 5 jaar oud en hun ouders zijn betrokken.
Vaders met een toegeeflijke opvoedingsstijl (geen regels, inconsequent) hebben vaker kinderen met overgewicht of obesitas dan vaders met een consistente opvoedingsstijl (duidelijke grenzen, consequent optreden). Een relatie tussen de opvoedingsstijl van de moeder en het gewicht van het kind is niet gevonden.
De onderzoekers pleiten er dan ook voor om zich bij de preventie van overgewicht bij jonge kinderen niet alleen te richten op de moeder, maar op het gezin als geheel. (Pediatric Academic Societies’ Annual Meeting, mei 2007)