Voorkennis helpt bij studeren

Om iets verrassends te onthouden gebruikt het brein een ander gebied dan voor informatie waarover al voorkennis beschikbaar is. Dat ontdekte Marlieke van Kesteren van de Radboud Universiteit Nijmegen in haar promotieonderzoek.

Van Kesteren onderzocht met hersenscantechnieken de invloed van voorkennis. Proefpersonen leerden nieuwe informatie of haalden informatie terug uit hun geheugen. Haar resultaten laten twee verschillende geheugenprocessen zien, gestuurd door verschillende gebieden.
Ze ontdekte dat de mediale prefrontale cortex (mPFC) informatie die bij de voorkennis past in een bestaand kennisschema opslaat. Informatie die niet past bij de aanwezige voorkennis, wordt verwerkt door de mediale temporale cortex (MTL).
“Bovendien lijkt het erop dat de gebieden de informatie ook daadwerkelijk anders opslaan”, zegt van Kesteren. “We denken dat de mPFC informatie direct relateert aan een schema, waardoor specifieke details kunnen verdwijnen. De MTL kan op zijn beurt niet-gerelateerde informatie juist gedetailleerder opslaan”.
Nieuwe informatie die aansluit bij je voorkennis onthoud je dus goed, maar vooral in grote lijnen. Nieuwe informatie die in tegenspraak is met je bestaande kennis over een onderwerp onthoud je ook goed, misschien zelfs gedetailleerder.

Hoe nieuwe informatie zich relateert tot voorkennis is dus van cruciaal belang voor hoe deze informatie wordt opgeslagen in het brein. Door verder te onderzoeken hoe verschillende hersengebieden informatie opslaan, kunnen we beter begrijpen hoe en waarom specifieke informatie op een bepaalde manier wordt opgeslagen Die inzichten kunnen uiteindelijk worden toegepast in de onderwijspraktijk om het leren te verbeteren.

Bron: gezondheidsnet.nl

Schoolprestaties verbeteren door drinken water

Studenten die water drinken tijdens het maken van een examen halen betere cijfers. Dit blijkt uit onderzoek van de universiteiten van Londen en Westminster.

De onderzoekers observeerden 447 studenten. Een kwart nam een ​​fles water tijdens hun examens, waaronder ook oudere studenten. Deze groep had gemiddeld een 5% hogere score. Voor de jongere studenten was het effect was nog groter: bij deze groep stegen de prestaties met 10% in vergelijking met de groep die niks dronk.

Volgens Chris Pawson heeft drinkwater een psychologisch effect op het denken wat helpt bij het verbeteren van de scores. Bovendien kan het angst verlichten, waarvan bekend is dat dit een negatief effect kan hebben op de schoolprestaties.

Hoewel niet helemaal duidelijk is welk water een positief effect heeft, is het volgens Pawson erg belangrijk om gehydrateerd te blijven tijdens examens.

(Bron: BBC)

Te vroeg geboren kind moeite met taal

Dit is uit onderzoek naar voren gekomen van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.

De kans is aanzienlijk groter dat een te vroeg geboren kind later moeite krijgt met complexe taalbeheersing volgens de onderzoekers. De kinderen hebben geen problemen als het om woordenkennis gaat, maar met complexe zinnen hebben ze meer moeite dan hun leeftijfsgenoten.

De onderzoekers vermoeden dat het komt doordat de hersenen beter ‘hun best moeten doen’ om kinderen van dezelfde leeftijd bij te benen. Dat lukt tot op zekere hoogte, maar bij het begrijpen van complexe zinnen komen de te vroeg geboren kinderen toch tekort.

Volgens de onderzoekers betekent dit niet dat te vroeg geboren kinderen altijd problemen met taal houden, maar dat ze het gemiddeld wel iets zwaarder hebben op school dan hun klasgenoten.

Toon de originele post:
Te vroeg geboren kind worstelt met taal

Veel TV-kijken slecht voor concentratie en schoolprestaties

Televisie kijken is voor veel jongeren een belangrijke vrijetijdsbesteding. Toch blijkt er aan deze vorm van ontspanning een aantal nadelen te zitten. Zo hebben jongeren, die meer dan drie uur per dag televisie kijken, een grotere kans op aandachts- en leerproblemen.

Deze conclusie is gebaseerd op een studie naar 678 gezinnen. Zowel de ouders als de kinderen werden hiervoor geïnterviewd over hun kijkgedrag en schoolgerelateerde problemen. Dit werd driemaal herhaald (op 14-, 16- en 22-jarige leeftijd van het kind).

De jongeren, die meer dan drie uur per dag televisie keken, hadden vaker last van concentratieproblemen, verveling op school, slechte cijfers en haakten vaker af op de middelbare school.

(Archives of Pediatrics & Adolescent Medicine, mei 2007)

Genetische oorzaak dyslexie vastgesteld

coverEen gen is verantwoordelijk voor het feit dat sommige mensen gevoelig zijn om dyslexie te ontwikkelen.



Het gaat om veranderingen aan het gen KIAA0319 op chromosoom 6. Dit is voor het eerst met grote zekerheid aangetoond aan de hand van onderzoek van de universiteit in Cardiff (Wales). Tot nu toe werd altijd wel gedacht dat er een genetische oorzaak aan dyslexie ten grondslag ligt, maar ontbrak het aan overtuigend bewijs.

Het is prettig dat de genetische oorzaak nu bekend is. De vertaalslag naar behandeling blijft echter een zaak van proberen en afstemmen op basis van goed (psycho)diagnostisch onderzoek.

(Bron: American Journal of Human Genetics)



Leren gaat beter met zinkgluconaat

Tekort aan zink kan negatieve gevolgen hebben voor het leervermogen van kinderen. Tenminste, dat bleek uit eerdere onderzoeken waarbij gekeken werd naar de rol van zink in de leerontwikkeling van jonge kinderen. Tot nu toe is niet gefundeerd onderzocht of dit mineraal ook invloed heeft op de leercapaciteiten van pubers. Op het op 6 april j.l. congres van de American Society of Nutritional Sciences werden resultaten van een onderzoek gepresenteerd, dat zoals te verwachten laat zien dat zink ook bij deze (risico)groep gunstige effecten kan hebben.



Onderzoekers gaven leerlingen van 13-14 jaar van een school elke dag 10 tot 20 millgram zink, vijf dagen per week en 12 weken achter elkaar. De zink was in de vorm van zinkgluconaat toegevoegd aan vruchtensap, waarbij het ging om 10 mg, 20 mg of 0 mg. Testen lieten zien dat de aandachtsfunctie en mentale prestaties meer verbeterden dan bij een controlegroep die geen zink had gekregen. Noch de leerlingen die aan het onderzoek deelnamen, noch hun ouders en leraren waren er van op de hoogte of zij wel of niet zinkgluconaat opdronken in het sapje.



De groep die elke 10 mg zink kreeg, liet geen merkbare verbetering zien op tests voor reactietijd, geheugen, leesvaardigheid en de mogelijkheid de aandacht lange tijd vast te houden. Alleen de groep die 20 mg opdronk, deed het niet alleen beter op alle tests, maar werden ook minder voor gedragsproblemen gestraft.



In ons land is de aanbevolen hoeveelheid voor zink 12-15 mg per dag (voor volwassenen). Tekorten van dit mineraal zouden volgens sommige wetenschappers vooral bij adolescenten voorkomen vanwege de groeispurt die ze doormaken en hun doorgaans slechte eetgewoonten. Goede zinkleveranciers zijn: vlees, vis, volkorenproducten, melkproducten en noten (pinda’s). Symptomen van een tekort aan zink zijn o.a. vlekken op de nagels en huidproblemen.

(Bron: Experimental Biology 2005, American Society of Nutritional Sciences in San Diego)