Executieve functies en ADHD

Sommige kinderen die slim genoeg overkomen hebben veel moeite hebben met taken die een beroep doen op stappen zetten, zoals huiswerk, opruimen of op tijd komen. Het gaat om problemen met plannen. Als deze zich doorlopend voordoen, kan er sprake zijn van zwakke ‘executieve functies’. Dit betekent dat er tekorten zijn in het vermogen om dingen te organiseren, te focussen en impulsen onder controle te houden. Zwakke executieve functies liggen aan de basis van ADHD, autisme en leerstoornissen.

Men kan stellen dat het begrip ‘executieve functies’ een parapluterm is. Het begrip bevat: controle over vaardigheden die te maken hebben met het starten, veranderen en stoppen van gedrag.
Kinderen met ADHD hebben daar moeite mee. Hun kernprobleem is dat zij er moeite mee hebben om hun gedrag af te remmen. Daarbij speelt een rol dat deze kinderen veelal motivatie verloren zijn door faalervaringen. Hoe hun aandacht/concentratie is, hangt waarschijnlijk sterk samen met de motivatie. Het geven van beloning en waardering is daardoor vooral bij mensen met ADHD van groot belang om gedrag en de aandacht te sturen.

In het algemeen heeft elke adolescent moeite met motivatie. Bij pubers met ADHD spelen deze motivatieproblemen nog vele malen sterker, waarbij ze zich soms ook afzetten tegen behandeling.
Uit onderzoeken blijkt dat het hersengebied amygdala betrokken is bij emoties. Prestaties van het executief functioneren nemen af wanneer kinderen gefrustreerd of emotioneel zijn.

(Congres 27-06-2013)

Veel zonlicht, minder ADHD

Daar waar zonlicht overvloedig is, komen kenmerken van ADHD (aandachtsstoornissen en impulsiviteit) veel minder voor dan in gebieden waarin de zon niet zo vaak of fel schijnt. Dat blijkt uit onderzoek waarover is geschreven in Biological Psychiatry.

adhdBlijkbaar heeft zonlicht een beschermend effect. De onderzoekers denken dat dat te maken heeft met de effecten van zonlicht op het verminderen van problemen met de biologische klok. Veel mensen met ADHD hebben namelijk slaapproblemen.
De onderzoeksgegevens komen van de Centers for Disease Control and Prevention en betreffen 70.000 mensen. Met deze resultaten in handen kan met nieuwe technieken ontwikkelingen voor de behandeling of preventie van ADHD.

Bron: Onderzoeksinstituut Brainclinics
Bron afbeelding: cdc.gov

Neurofeedback bevordert slaap van ADHD’er

Mensen met ADHD hebben er vaak veel moeite mee om in slaap te vallen. Ook het doorslapen is bij ADHD’ers vaak een probleem. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en onderzoeksinstituut Brainclinics schrijven in Neuroscience and Biobehavioural Reviews hoe het kan dat aandachtsproblemen en slaapmoeilijkheden zo vaak samengaan.

ADHDVoor de verklaring gebruiken zij de nieuwe techniek neurofeedback. Het neuro-anatomisch werkingsmechanisme daarvan is als basis genomen. Onderzoekers stellen dat nu dat mensen met ADHD via neurofeedback sneller in slaap vallen en beter kunnen doorslapen. Dat komt door een effect op zogenaamde ‘slaapspoeltjes’. Tegelijkertijd blijkt uit een ander onderzoek gepubliceerd in het Journal of Attention Disorders dat de hersenactiviteit van gezonde kinderen de afgelopen 10 jaar ‘slaperiger’ is geworden. Dit is vermoedelijk te wijten aan het feit dat kinderen minder slapen.

Voor meer informatie zie brainclinics.com/werkingsmechanisme-neurofeedback-adhd-slaap

Film over jongen met ADHD-achtige problemen

Op 27 juni brengt Benelux Distributors de film BRAMMETJE BAAS uit. Deze gaat over de zevenjarige Brammetje die moeilijk stil kan zitten. Zijn ADHD-achtige trekjes zijn geen probleem, totdat hij naar groep drie gaat en bij de strenge meester Vis in de klas komt.

De energieke Brammetje kan een heleboel dingen heel goed. Hij kan bijvoorbeeld al AVI 2 lezen, drummen op de tafel, hoger springen dan zijn vader. Er is eigenlijk maar één ding dat Brammetje helemaal niet goed kan, en dat is stil zitten.
Brammetje Baas denkt veel na over de wereld om hem heen. Hij heeft ontzettend veel zin om naar groep drie te gaan. Maar dan komt hij bij de strenge meester Vis in de klas. De ouderwetse meester Vis heeft geen oog voor de binnenwereld van het beweeglijke ongeconcentreerde jongetje en zet alles op alles om Brammetje in de pas te laten lopen.
De ouders van Brammetje worstelen met de vraag in hoeverre zij van hun zoontje moeten verlangen dat hij zich aanpast zonder doodongelukkig te worden.
De trailer van de film is te vinden via deze link.

Diagnose ADHD te vaak gesteld

Uit gegevens van de universiteiten van Ruhr-Universitat Bochum en Basel blijkt dat de diagnose ADHD te vaak gesteld wordt.

In plaats van diagnostische criteria geven psychiaters en psychotherapeuten hun oordeel vaak op basis van onduidelijke vuistregels.

Duizend jeugdpsychiaters en psychotherapeuten zijn door de onderzoekers nader bekeken.

 473 daarvan ontvingen één van in totaal vier casussen en werden gevraagd om hun diagnose en advies voor een behandeling

te geven. Maar in één van de vier gevallen voldeed de casus aan de ADHD-criteria. Bovendien werd aan de casussen toegevoegd of het om een jongen of meisje ging.

Veel therapeuten bleken af te gaan op prototypische  symptomen

, zoals motorische rusteloosheid, concentratiegebrek en impulsiviteit. Ook het geslacht bleek een rol te spelen: jongens met deze symptomen kregen vaker het etiket ADHD opgeplakt dan meisjes, zelfs als het in feite om dezelfde casus ging. Mannelijke psychiaters gaven vaker de diagnose ADHD dan hun vrouwelijke collega’s.

Hoewel er steeds vaker ADHD vastgesteld wordt, wordt er weinig onderzoek naar gedaan. Deze resultaten laten zien dat er een betrouwbaarder meetinstrument moet komen om verkeerde diagnoses te voorkomen. Het is cruciaal dat therapeuten niet alleen op hun intuïtie vertrouwen, maar zich houden aan vastgestelde diagnostische criteria. Dit kan het beste met behulp van gestandaardiseerde instrumenten, zoals diagnostische interviews.

(Bron: Medical News Today)

 

Succes behandeling bij ADHD en depressie via EEG te bepalen

Bij depressie vormen antidepressiva (SSRI’s) de gangbare behandelingen, bij ADHD is dat rititalin. Niet altijd werken deze voor alle patiënten. Martijn Arns ging na of via EEG te voorspellen valt of een middel aanslaat, of niet.
Hij stelt: “In de toekomst zou de patiënt, na een eenvoudig EEG-onderzoek, een gepersonaliseerde behandeling kunnen ondergaan.”

Terecht zegt Arns ook dat zowel depressie als ADHD verschillende subtypen hebbem. Bij de ene variant werken medicijnen wel, bij de andere niet.
Bij zijn EEG-onderzoek krijgt de patiënt elektroden op het hoofd geplaatst die de hersenactiviteit meten. Daarna kregen de patiënten een van de volgende behandelingen: (1) medicatie, (2) magnetische hersenstimulatie (rTMS) bij depressie of (3) neurofeedback bij ADHD.
Na de behandeling bekeek Arns of er verbetering was opgetreden bij de patiënt en of er een relatie was tussen het succes van de behandelmethode en het EEG voorafgaande aan de behandeling.

Na analyse van alle data schrijft Arns dat er drie subgroepen ADHD-patiënten te onderscheiden zijn. Een van die subgoepen kenmerkt zich door juist goed te reageren op het medicijn ritalin. Dat was de groep met verlaagd alertheidsniveau en een verminderde volgehouden aandacht.
Bij depressie bleek deze groep juist niet te reageren op antidepressiva en rTMS. Mogelijk dat deze subgroep van patiënten beter reageert op bijvoorbeeld ritalin.
In zijn proefschrift pleit Arns voor behandelingen op maat binnen de psychiatrie. “Een eenvoudig EEG-onderzoek zou in dezen een welkom instrument voor de psychiater zijn.”

Voor vervolgonderzoek op dit gebied worden nog patiënten gezocht met een depressie of ADHD die overwegen medicatie te gaan gebruiken. Voor meer informatie zie ook: brainclinics.com/iSPOT.

(bericht van de Universiteit Utrecht)