Executieve functies en ADHD
Sommige kinderen die slim genoeg overkomen hebben veel moeite hebben met taken die een beroep doen op stappen zetten, zoals huiswerk, opruimen of op tijd komen. Het gaat om problemen met plannen. Als deze zich doorlopend voordoen, kan er sprake zijn van zwakke ‘executieve functies’. Dit betekent dat er tekorten zijn in het vermogen om dingen te organiseren, te focussen en impulsen onder controle te houden. Zwakke executieve functies liggen aan de basis van ADHD, autisme en leerstoornissen.
Men kan stellen dat het begrip ‘executieve functies’ een parapluterm is. Het begrip bevat: controle over vaardigheden die te maken hebben met het starten, veranderen en stoppen van gedrag.
Kinderen met ADHD hebben daar moeite mee. Hun kernprobleem is dat zij er moeite mee hebben om hun gedrag af te remmen. Daarbij speelt een rol dat deze kinderen veelal motivatie verloren zijn door faalervaringen. Hoe hun aandacht/concentratie is, hangt waarschijnlijk sterk samen met de motivatie. Het geven van beloning en waardering is daardoor vooral bij mensen met ADHD van groot belang om gedrag en de aandacht te sturen.
In het algemeen heeft elke adolescent moeite met motivatie. Bij pubers met ADHD spelen deze motivatieproblemen nog vele malen sterker, waarbij ze zich soms ook afzetten tegen behandeling.
Uit onderzoeken blijkt dat het hersengebied amygdala betrokken is bij emoties. Prestaties van het executief functioneren nemen af wanneer kinderen gefrustreerd of emotioneel zijn.