Naast de stimulerende werking op de korte termijn, lijkt cafeïne ook op de lange termijn een voordeel te hebben. Uit een groot onderzoek blijkt dat oudere vrouwen die 3 of meer koppen koffie (of 6 koppen thee) per dag drinken, minder geheugenachteruitgang vertonen.
Ruim 7000 65-plussers werden 4 jaar lang gevolgd terwijl hun cafeïne-consumptie en cognitieve vaardigheden werden bijgehouden. Opvallend was dat de vrouwen die minstens 300 mg cafeïne per dag binnenkregen via koffie of thee, qua geheugen minder achteruit gingen dan hun vrouwelijke leeftijdsgenoten die 100 mg of minder cafeïne innamen (1 kop koffie = 100 mg cafeïne, 1 kop thee = 50 mg cafeïne). Dit werd gemeten met een geheugentaak waarbij je rijtjes woorden moest onthouden en later opnoemen. Het effect bleef aanwezig nadat er was gecorrigeerd voor opleiding, depressie, medicatie en andere factoren die de oorzaak van dit verschil zouden kunnen zijn.
Opvallend is dat het geheugenvoordeel steeg met de leeftijd. De vrouwelijke koffiedrinkers hadden op de leeftijd van 65 jaar 30% minder kans op geheugenachteruitgang, terwijl dit voor maarliefst 70% van de tachtig-plussers gold.
Het is onduidelijk waarom cafeïne niet hetzelfde effect heeft voor mannen. De onderzoekers denken dat er misschien een hormonale interactie bij vrouwen plaatsvindt of dat zij cafeïne anders metaboliseren.
Cafeïne biedt geen bescherming tegen het krijgen van Alzheimer volgens de wetenschappers. Het onderzoek wordt nog twee jaar voortgezet om te onderzoeken of cafeïne de cognitieve achteruitgang mogelijk wel vertraagt in Alzheimer.
(Neurology, August 7, 2007)