Betere concentratie door wandeling in het park

Het maken van huiswerk of een belangrijk proefwerk is voor kinderen met ADHD een lastige opgave. Een wandeling door het park voorafgaand aan de cognitieve inspanning verbetert hun concentratie. Dit blijkt uit een onderzoek dat gedaan is aan de universiteit van Illinois.

Uit het onderzoek komt naar voren dat kinderen met ADHD zich na een wandeling van 20 minuten door een park beter kunnen concentreren dan na een wandeling door een stad of woonwijk. Alle kinderen maakten (in verschillende volgorden) wandelingen in de drie verschillende settings. Na het maken van iedere wandeling maakten de kinderen een test. Hierbij werd door een onderzoeker een reeks getallen genoemd, die het kind vervolgens in omgekeerde volgorde moest herhalen.

Na vergelijking van de prestaties blijkt dat de kinderen het beste resultaat behaalden na een wandeling in het park. De reden waarom een wandeling in het park (vergeleken met een wandeling door de stad of woonwijk) het grootste voordeel oplevert voor de concentratie is nog niet duidelijk. Deze resultaten zijn echter wel reden om verder onderzoek te doen naar een mogelijk verband tussen het doorbrengen van tijd in de natuur en het verbeteren van de concentratie bij kinderen met ADHD. (Journal of Attention Disorders)

Jongeren met bipolaire stoornis meer kans op middelenmisbruik

Jongeren met een bipolaire stoornis (manisch-depressiviteit) roken vaker, gebruiken vaker drugs en drinken vaker alcohol dan jongeren zonder deze stoornis. Dit blijkt uit onderzoek van het Massachusetts General Hospital.

Zowel het gebruik van bovengenoemde middelen als het misbruik ervan blijkt vaker voor te komen onder jongeren die leiden aan een bipolaire stoornis. Daarnaast komt uit het onderzoek naar voren dat het gebruik en misbruik vaker voorkomt onder de jongeren waarbij de bipolaire symptomen voor het eerst tot uiting kwamen tijdens de adolescentie dan bij de jongeren waarbij de symptomen al vanaf hun vroege kindertijd aanwezig waren. Mogelijk wordt deze laatste bevinding veroorzaakt door het feit dat adolescenten in het algemeen sneller naar deze middelen grijpen in geval van (extreme) veranderingen in hun gemoedstoestand. (Drug and Alcohol Dependance, juni 2008)

 

Gezinstherapie effectiever dan psychotherapie bij behandeling boulimia

Het betrekken van de ouders bij de behandeling van boulimia leidt tot betere resultaten dan psychotherapie, zo blijkt uit Amerikaans onderzoek.

Om de effectiviteit van gezinstherapie en psychotherapie te vergelijken, kregen tachtig adolescenten met boulimia, tussen de 12 en 19 jaar, gezins- dan wel psychotherapie gedurende een half jaar. Patiënten uit beide groepen kregen twintig behandelingen. In geval van gezinstherapie werden de ouders (en eventuele broers en zussen) bij de behandeling betrokken.

De resultaten tonen aan dat 39% van de adolescenten, die gezinstherapie hadden ontvangen, na de behandeling geen eetbuien meer had en niet meer opzettelijk braakte. Bij de groep die psychotherapie kreeg, was dit 18%. Een half jaar later bleek dit verschil tussen de groepen nog altijd significant te zijn. Wel lagen de percentages voor beide groepen lager, namelijk 29% in geval van gezinstherapie en 10% in geval van psychotherapie. Al blijkt uit deze resultaten gezinstherapie effectiever te zijn dan psychotherapie, in beide gevallen is er nog veel ruimte voor verbetering. Verdere ontwikkeling van en onderzoek naar effectieve behandelingen voor boulimia is dan ook van belang. (Archives of General Psychiatry, september 2007; Volume 64, Issue 9, 1049-1056)

Gebruik mobiele telefoon kan leiden tot vermoeidheid

Valt uw kind al bij het ontbijt in slaap? Wellicht komt dit door het gebruik van hun mobiele telefoon na bedtijd. Dit is de conclusie van een onderzoek dat uitgevoerd is aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Aan het onderzoek deden 1656 Vlaamse leerlingen mee. De gemiddelde leeftijd van de jongste groep was 13.7 en van de oudste groep 16.9. Slechts 38% van de scholieren zei na bedtijd nooit hun mobiele telefoon te gebruiken. Degenen, die hun mobieltje maximaal één keer per maand na bedtijd nog gebruikten, hadden 1.8 keer zoveel kans om een jaar later zeer vermoeid te zijn. Zij, die vaker dan één keer per week na bedtijd nog belden en/of smsten, hadden 5.1 keer zoveel kans op ernstige vermoeidheid een jaar later.

Niet alleen het daadwerkelijke gebruik ervan zou bijdragen aan vermoeidheid. Ook het aan hebben staan van je mobiele telefoon en het wachten op een telefoontje en/of berichtje kan ervoor zorgen dat je wakker blijft en slaap tekort komt. Kortom, ben je vermoeid? Probeer je mobiele telefoon ‘s avonds uit te zetten. (Sleep, september 2007; volume 30, issue 09, 1220-1223.)

Eenzaamheid slecht voor de gezondheid

Eenzaamheid kan nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid. Dit blijkt uit onderzoek naar sociale isolatie, eenzaamheid en fysieke gesteldheid.

Bij de participanten tussen de 50 en 68 jaar blijkt er geen verschil te zijn in het aantal gerapporteerde stressvolle levensgebeurtenissen tussen eenzame en niet-eenzame mensen. Opvallend is echter dat de mensen die geclassificeerd zijn als ‘eenzaam’, vaker blijk geven van chronische stress en de stressvolle gebeurtenissen anders beleven dan mensen waarbij geen sprake is van eenzaamheid. Zo voelen eenzame mensen zich in vergelijkbare stress-situaties vaker hulpeloos en bedreigd en zoeken zij minder vaak steun bij anderen.

De onderzoekers benadrukken dat eenzaamheid niet hetzelfde is als alleen zijn. Veel mensen genieten er van om tijd alleen door te brengen. Gevoelens van eenzaamheid kunnen wel negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid.
(Current Directions in Psychological Science, augustus 2007; volume 19 issue 4, 187-191)