Middagdutje heeft positief effect op geheugen

Zou het niet fijn zijn als eindelijk eens wordt bevestigd dat het goed is om even een middagdutje te doen? Nature Neuroscience zet dit argument kracht bij: een schoonheidsslaapje verkort de tijd om een vaardigheid aan te leren en op te slaan in het langetermijngeheugen.
Wetenschappers van diverse instellingen hebben de krachten gebundeld en voerden een onderzoek uit naar het effect van 90 minuten slaap op het langetermijngeheugen. Er werd hierbij specifiek gekeken naar het ‘hoe’-geheugen; hiermee onthoud je bijvoorbeeld hoe je moet autorijden of hoe je piano moet spelen.
Twee groepen mensen werd gevraagd om een duim en een vinger elkaar te laten raken in een vastgestelde volgorde. Deze reeks bewegingen moesten ze vervolgens leren. Wanneer beide groepen er een nachtje over mochten slapen, lieten zij dezelfde vooruitgang zien. Maar wanneer de ene groep na het leren van de taak 90 minuten mocht slapen, was de prestatie (het herhalen van de sequentie) beter dan die van de niet-slaapgroep.
Een tweede experiment toonde nog een voordeel aan van het middagdutje. Normaal gesproken is het geheugen gedurende de 6-8 uur na het aanleren gevoelig voor interferentie, oftewel; wanneer binnen die tijd een tweede soortgelijke taak wordt aangeleerd, lijkt deze ‘in de weg’ te zitten bij het herinneren van de eerste taak. De slaapgroep vertoonde in de avond geen betere prestatie dan de niet-slaapgroep, maar de volgende ochtend was er wel degelijk een verschil tussen beide groepen te zien.
Het is nu nog onduidelijk wat er precies in de hersenen gebeurt gedurende het slapen. Meer kennis hierover biedt ons in de toekomst misschien een kunstmatige mogelijkheid om vaardigheden versneld aan te leren, suggereren de onderzoekers. Tot die tijd kan men er echter gewoon nog voor kiezen om een middagdutje te doen…

Nature Neuroscience 10, 1206 – 1213 (01 Sep 2007)

Hersenscan biedt mogelijk aanwijzing voor het krijgen van de ziekte van Alzheimer

Een team van radiologen hebben een mogelijke voorspeller gevonden voor Alzheimer. Waar eerdere onderzoekers zich richtten op de activatie van bepaalde hersengebieden, focuste dit team zich ook op de deactivatie van hersengebieden.

28 gezonde personen, 13 Alzheimerpatiënten en 34 personen met een milde cognitieve achteruitgang (MCI) voerden een geheugentaak uit terwijl hun hersenen werden gescand (fMRI).
Bij de MCI-patiënten werd een belangrijke overeenkomst gevonden; een specifiek gebied in de hersenen, de posteromediale cortex, vertoonde activiteit wanneer hen werd gevraagd om namen en gezichten te matchen. De groep gezonde personen liet echter een deactivatie van het gebied zien. De posteromediale cortex kan worden gezien als onze ‘cruise control’ welke deactiveert wanneer we ons dingen proberen te herinneren. Wanneer deze tijdelijk ‘uit’ staat, kunnen boodschappen worden verstuurd naar andere gebieden van het brein die herinneringen encoderen. Bij MCI-patiënten lijkt deze deactivatie echter niet plaats te vinden.
Het is bekend dat 30% tot 50% van de MCI-patiënten uiteindelijk Alzheimer zal krijgen. De onderzoekers menen dat de gevonden activatie van dit specifieke gebied tijdens het ophalen van herinneringen wellicht een sterkere voorspeller is dan het uitblijven van activiteit in andere gebieden.

Radiology 2007;245:224-235

Meer trage hersenactiviteit bij frequente bellers

Voor het eerst is er onderzoek gedaan naar de effecten van langdurig mobiel telefoongebruik op de hersenen. Tot op heden richtte onderzoek zich alleen op de directe gevolgen van mobiel bellen.

De onderzoekers verdeelden 300 mensen onder in drie groepen: frequente bellers, normale bellers, en niet-bellers. Bij iedere groep werden neuropsychologische en persoonlijkheidstesten afgenomen en de hersenactiviteit gemeten met EEG.

Frequente bellers bleken hoger te scoren op een gerichte aandachtstest. De onderzoekers vermoeden dat dit komt door het regelmatig bellen in een drukke omgeving, waarbij mensen gerichte aandacht gebruiken. Ook bleken frequente bellers hoger te scoren op extraversie maar juist lager op openheid, wat betekent dat zij bekende dingen verkiezen boven nieuwe ervaringen.

Een belangrijke uitkomst in deze studie is dat frequente bellers meer trage hersenactiviteit (verhoogde Delta en Thetagolven) vertonen, nadat was gecorrigeerd voor de gevonden verschillen in persoonlijkheid en gerichte aandacht. Dit verschil met beide andere groepen valt echter nog wel binnen de normale range. Extreem vertraagde hersenactiviteit wordt vaak aangetroffen bij mensen met de ziekte van Alzheimer. Omdat de frequente bellers hun mobiele telefoon gemiddeld slechts 2,4 jaar gebruikten, kan het zijn dat het effect van mobiel bellen op hersenactiviteit groter wordt naarmate het gebruik toeneemt.


The International Journal of Neuroscience, 117:1341-1360, 2007.

Cafeïne kan geheugenverlies vertragen bij oudere vrouwen

Naast de stimulerende werking op de korte termijn, lijkt cafeïne ook op de lange termijn een voordeel te hebben. Uit een groot onderzoek blijkt dat oudere vrouwen die 3 of meer koppen koffie (of 6 koppen thee) per dag drinken, minder geheugenachteruitgang vertonen.

koffie_vrouw.jpgRuim 7000 65-plussers werden 4 jaar lang gevolgd terwijl hun cafeïne-consumptie en cognitieve vaardigheden werden bijgehouden. Opvallend was dat de vrouwen die minstens 300 mg cafeïne per dag binnenkregen via koffie of thee, qua geheugen minder achteruit gingen dan hun vrouwelijke leeftijdsgenoten die 100 mg of minder cafeïne innamen (1 kop koffie = 100 mg cafeïne, 1 kop thee = 50 mg cafeïne). Dit werd gemeten met een geheugentaak waarbij je rijtjes woorden moest onthouden en later opnoemen. Het effect bleef aanwezig nadat er was gecorrigeerd voor opleiding, depressie, medicatie en andere factoren die de oorzaak van dit verschil zouden kunnen zijn.
Opvallend is dat het geheugenvoordeel steeg met de leeftijd. De vrouwelijke koffiedrinkers hadden op de leeftijd van 65 jaar 30% minder kans op geheugenachteruitgang, terwijl dit voor maarliefst 70% van de tachtig-plussers gold.
Het is onduidelijk waarom cafeïne niet hetzelfde effect heeft voor mannen. De onderzoekers denken dat er misschien een hormonale interactie bij vrouwen plaatsvindt of dat zij cafeïne anders metaboliseren.
Cafeïne biedt geen bescherming tegen het krijgen van Alzheimer volgens de wetenschappers. Het onderzoek wordt nog twee jaar voortgezet om te onderzoeken of cafeïne de cognitieve achteruitgang mogelijk wel vertraagt in Alzheimer.

(Neurology, August 7, 2007)

Deelname aan besluitproces verandert beleving van geluidsoverlast

De Leidse promovendus Eveline Maris ontdekte dat wanneer mensen denken invloed te hebben op het besluitproces rondom geluidsoverlast, zij de herrie als minder erg ervaren.

vliegtuig.jpg

In het door Maris opgezette experiment moesten twee groepen een leestaak doen terwijl zij een zacht (50dB) of een hard (70dB) vliegtuiggeluid hoorden. De eerste groep werd verteld dat de onderzoeker bepaalde welk geluid ze zouden horen terwijl de tweede groep een voorkeur mocht opgeven waarmee zoveel mogelijk rekening zou worden gehouden. Echter, groep 2 kreeg precies hetzelfde geluid te horen als groep 1, er werd dus niks met hun voorkeur gedaan. Na 15 minuten werd gevraagd hoe hinderlijk het geluid was. Wanneer het geluid hard was (70dB) bleek groep 1 – die geen voorkeur mochten aangeven – dit vervelender te vinden dan de mensen in groep 2, ookal was er helemaal geen rekening gehouden met hun voorkeur. Er werd geen verschil gevonden tussen de beoordeling van beide groepen voor het zachtere geluid (50dB).

Uit dit onderzoek komt naar voren dat wanneer mensen worden betrokken bij het besluitproces rondom geluidsoverlast, zij de overlast
als minder erg ervaren. Dit is een belangrijk gegeven omdat veel beleidsmakers geluidsoverlast puur beoordelen op basis van het aantal gemeten decibel. Volgens Maris kan het bijvoorbeeld zinvol zijn om bewoners rondom Schiphol te betrekken bij besluitingsprocessen, zelfs als niet met al hun wensen rekening kan worden gehouden.

(Journal of the Acoustical Society of America, 121(4), 2000-2010)