28 gezonde personen, 13 Alzheimerpatiënten en 34 personen met een milde cognitieve achteruitgang (MCI) voerden een geheugentaak uit terwijl hun hersenen werden gescand (fMRI).
Bij de MCI-patiënten werd een belangrijke overeenkomst gevonden; een specifiek gebied in de hersenen, de posteromediale cortex, vertoonde activiteit wanneer hen werd gevraagd om namen en gezichten te matchen. De groep gezonde personen liet echter een deactivatie van het gebied zien. De posteromediale cortex kan worden gezien als onze ‘cruise control’ welke deactiveert wanneer we ons dingen proberen te herinneren. Wanneer deze tijdelijk ‘uit’ staat, kunnen boodschappen worden verstuurd naar andere gebieden van het brein die herinneringen encoderen. Bij MCI-patiënten lijkt deze deactivatie echter niet plaats te vinden.
Het is bekend dat 30% tot 50% van de MCI-patiënten uiteindelijk Alzheimer zal krijgen. De onderzoekers menen dat de gevonden activatie van dit specifieke gebied tijdens het ophalen van herinneringen wellicht een sterkere voorspeller is dan het uitblijven van activiteit in andere gebieden.
door Elvira Smit | 15 september 2007 | Algemeen nieuws
Voor het eerst is er onderzoek gedaan naar de effecten van langdurig mobiel telefoongebruik op de hersenen. Tot op heden richtte onderzoek zich alleen op de directe gevolgen van mobiel bellen.
De onderzoekers verdeelden 300 mensen onder in drie groepen: frequente bellers, normale bellers, en niet-bellers. Bij iedere groep werden neuropsychologische en persoonlijkheidstesten afgenomen en de hersenactiviteit gemeten met EEG.
Frequente bellers bleken hoger te scoren op een gerichte aandachtstest. De onderzoekers vermoeden dat dit komt door het regelmatig bellen in een drukke omgeving, waarbij mensen gerichte aandacht gebruiken. Ook bleken frequente bellers hoger te scoren op extraversie maar juist lager op openheid, wat betekent dat zij bekende dingen verkiezen boven nieuwe ervaringen.
Een belangrijke uitkomst in deze studie is dat frequente bellers meer trage hersenactiviteit (verhoogde Delta en Thetagolven) vertonen, nadat was gecorrigeerd voor de gevonden verschillen in persoonlijkheid en gerichte aandacht. Dit verschil met beide andere groepen valt echter nog wel binnen de normale range. Extreem vertraagde hersenactiviteit wordt vaak aangetroffen bij mensen met de ziekte van Alzheimer. Omdat de frequente bellers hun mobiele telefoon gemiddeld slechts 2,4 jaar gebruikten, kan het zijn dat het effect van mobiel bellen op hersenactiviteit groter wordt naarmate het gebruik toeneemt.
The International Journal of Neuroscience, 117:1341-1360, 2007.
door Elvira Smit | 13 augustus 2007 | Hersenen, cognitieve functies
Naast de stimulerende werking op de korte termijn, lijkt cafeïne ook op de lange termijn een voordeel te hebben. Uit een groot onderzoek blijkt dat oudere vrouwen die 3 of meer koppen koffie (of 6 koppen thee) per dag drinken, minder geheugenachteruitgang vertonen.
Ruim 7000 65-plussers werden 4 jaar lang gevolgd terwijl hun cafeïne-consumptie en cognitieve vaardigheden werden bijgehouden. Opvallend was dat de vrouwen die minstens 300 mg cafeïne per dag binnenkregen via koffie of thee, qua geheugen minder achteruit gingen dan hun vrouwelijke leeftijdsgenoten die 100 mg of minder cafeïne innamen (1 kop koffie = 100 mg cafeïne, 1 kop thee = 50 mg cafeïne). Dit werd gemeten met een geheugentaak waarbij je rijtjes woorden moest onthouden en later opnoemen. Het effect bleef aanwezig nadat er was gecorrigeerd voor opleiding, depressie, medicatie en andere factoren die de oorzaak van dit verschil zouden kunnen zijn.
Opvallend is dat het geheugenvoordeel steeg met de leeftijd. De vrouwelijke koffiedrinkers hadden op de leeftijd van 65 jaar 30% minder kans op geheugenachteruitgang, terwijl dit voor maarliefst 70% van de tachtig-plussers gold.
Het is onduidelijk waarom cafeïne niet hetzelfde effect heeft voor mannen. De onderzoekers denken dat er misschien een hormonale interactie bij vrouwen plaatsvindt of dat zij cafeïne anders metaboliseren.
Cafeïne biedt geen bescherming tegen het krijgen van Alzheimer volgens de wetenschappers. Het onderzoek wordt nog twee jaar voortgezet om te onderzoeken of cafeïne de cognitieve achteruitgang mogelijk wel vertraagt in Alzheimer.
(Neurology, August 7, 2007)
door Elvira Smit | 13 augustus 2007 | Algemeen nieuws
De Leidse promovendus Eveline Maris ontdekte dat wanneer mensen denken invloed te hebben op het besluitproces rondom geluidsoverlast, zij de herrie als minder erg ervaren.
In het door Maris opgezette experiment moesten twee groepen een leestaak doen terwijl zij een zacht (50dB) of een hard (70dB) vliegtuiggeluid hoorden. De eerste groep werd verteld dat de onderzoeker bepaalde welk geluid ze zouden horen terwijl de tweede groep een voorkeur mocht opgeven waarmee zoveel mogelijk rekening zou worden gehouden. Echter, groep 2 kreeg precies hetzelfde geluid te horen als groep 1, er werd dus niks met hun voorkeur gedaan. Na 15 minuten werd gevraagd hoe hinderlijk het geluid was. Wanneer het geluid hard was (70dB) bleek groep 1 – die geen voorkeur mochten aangeven – dit vervelender te vinden dan de mensen in groep 2, ookal was er helemaal geen rekening gehouden met hun voorkeur. Er werd geen verschil gevonden tussen de beoordeling van beide groepen voor het zachtere geluid (50dB).
Uit dit onderzoek komt naar voren dat wanneer mensen worden betrokken bij het besluitproces rondom geluidsoverlast, zij de overlast
als minder erg ervaren. Dit is een belangrijk gegeven omdat veel beleidsmakers geluidsoverlast puur beoordelen op basis van het aantal gemeten decibel. Volgens Maris kan het bijvoorbeeld zinvol zijn om bewoners rondom Schiphol te betrekken bij besluitingsprocessen, zelfs als niet met al hun wensen rekening kan worden gehouden.
(Journal of the Acoustical Society of America, 121(4), 2000-2010)