door Charlie Steenmeyer | 1 juli 2014 | Autisme Spectrum Stoornissen
Uit onderzoek is gebleken dat omgevingsfactoren even belangrijk zijn als genen in het hebben van autisme. De bevindingen van het onderzoek zijn gepubliceerd in the Journal of the American Medical Association (JAMA). Er wordt vermeld dat genen maar de helft bijdragen aan autisme, en dat de andere helft wordt verklaard door omgevingsfactoren zoals sociaal-economische status.
Het onderzoek werd gedaan onder twee miljoen Zweedse kinderen, waarvan er 14.516 gediagnosticeerd waren met autisme. Familieleden, zoals halfbroertjes en –zusjes en neven en nichten, werden onderzocht. Het bleek dat hoe sterker een kind genetisch gerelateerd is aan een familielid met autisme, hoe groter de kans is voor het kind om autisme te ontwikkelen. Een kind met een broer of zus met autisme heeft bijvoorbeeld tien keer zoveel kans op autisme en een kind met een neefje of nichtje heeft twee keer zoveel kans om autisme te ontwikkelen.
De resultaten van het onderzoek zorgen voor correcte informatie over autisme en de risico’s hierop, aldus Sven Sandin, die heeft meegewerkt aan het onderzoek in Londen en in Zweden. Volgens Sandin kan deze informatie een ondersteuning zijn voor ouders en clinici in het maken van goede keuzes.
De resultaten van dit onderzoek zijn te vergelijken met de resultaten van een onderzoek van de Universiteit van Stanford in Californië, waarin tweelingen werden onderzocht op de genetische en omgevingsinvloeden van autisme. Ook uit dit onderzoek bleek dat omgeving een grote rol speelt bij autisme.
Bron: Kate Kelland, Reuters
door Charlie Steenmeyer | 6 februari 2014 | Algemeen nieuws
Lichaamsbeweging zou een goede manier kunnen zijn om het brein te beschermen. Fysieke oefeningen kunnen namelijk een depressie verlichten, leeftijdsgerelateerd geheugenverlies vertragen, en symptomen van Parkinson voorkomen. Dit stellen onderzoekers op de Society for Neuroscience meeting underway in San Diego.
Teresa Liu-Ambrose van de University of Britisch Columbia stelt dat er nu meer bewijs is dat fysieke activiteiten voordelig zijn voor het brein. De effecten zijn gevonden bij dieren en bij mensen. In de studie naar ratten bleek dat de ratten die meer bewogen, hoger scoorden op geheugentesten dan ratten die minder bewogen. Fysieke oefeningen bij ratten hielpen ook om Parkinson-achtige vertraagde bewegingen ongedaan te maken.
Daarnaast stelt Robin Callister van de University of Newcastle dat trainen depressie kan verlichten. Dit bleek uit een onderzoek naar jongvolwassenen uit Australië. Alle deelnemers aan het onderzoek waren gediagnosticeerd met een zware depressie, maar na 12 weken trainen had de meerderheid deze diagnose niet meer. Volgens Callister is een verklaring hiervoor dat fysieke oefeningen vereisen dat het brein veel werk doet: het brein moet bijvoorbeeld complexe bewegingen coördineren.
Bron: Jon Hamilton, NPR
door Charlie Steenmeyer | 29 december 2013 | Gedragsproblemen en criminaliteit, Slaapproblemen
Uit onderzoek van University College London Epidemiology & Public Health (Yvonne Kelly, John Kelly en Amanda Sacker) is gebleken dat wanneer kinderen niet iedere avond op een vast tijdstip naar bed gaan, dit kan leiden tot een onderbreking van het natuurlijke ritme. Daardoor ontstaat een gebrek aan slaap. Dit is van invloed op de manier waarop het brein zich ontwikkelt en de manier waarop een kind in staat is bepaalde gedragingen te controleren.
Uit het onderzoek is gebleken dat kinderen die op jonge leeftijd geen vast bedtijdpatroon hadden, meer hyperactieve gedragingen, gedrags- en emotionele problemen en problemen met leeftijdsgenoten vertoonden. Kinderen die wel iedere avond om een vaste tijd naar bed gingen hadden op deze op deze gebieden minder problemen.
Volgens Yvonne Kelly blijkt uit het onderzoek eveneens dat gedragsproblemen kunnen verminderen wanneer ouders een vaste bedtijd bepalen voor hun kinderen. Bij kinderen die van een onregelmatig naar een regelmatige bedtijd overgingen, waren gedragsverbeteringen te zien.
De auteurs hebben hun onderzoek gepubliceerd in Pediatrics.
Bron: Michelle Castillo, CBS News