We wisten het eigenlijk al. Iemand zien of horen lachen maakt dat je zelf ook lachen moet. We vinden dit bevestigd dankzij Britse onderzoekers die erover schrijven in het Journal of Neuroscience.

Binnen de University College London deed men een experiment waarin bekeken werd wat er in de hersenen gebeurt van mensen die naar gelach luisterden. Hiervoor werd de hersenactiviteit van vrijwilligers gemeten met een MRI-scanner, terwijl ze allerlei menselijke geluiden hoorden. Het ging daarbij om positieve menselijke emoties in de vorm van gelach, en ook om negatieve kreten van triomf, angst en afgrijzen. Alle geluiden veroorzaakten reacties in de hersenen van de proefpersonen. Als eerste zagen de onderzoekers activiteit in de zogeheten promotorische cortex. Dat is het deel van de hersenschors waar bewegingen worden voorbereid en gecoördineerd. Daarna verplaatste de hersenactiviteit zich naar de primaire motorische cortex, die ervoor zorgt dat spieren samentrekken. Dit betekent dat de proefpersonen het gedrag dat ze hoorden in hun hoofd kopieerden, en soms ook in het echt. Vooral de positieve kreten werkten aanstekelijk. De hersenactiviteit bleek bij het horen van lachen tweemaal zo hoog als bij het luisteren naar een angstige of gillende persoon.

De veroorzakers van het meelachen zijn hersencellen met de naam spiegelneuronen. Die zorgen ervoor dat als een persoon iemand anders iets ziet doen, hij of zij automatisch – alleen in gedachten of zelfs qua bewegingen – dezelfde handeling uitvoert.
De Britse onderzoekers denken dat de drang tot imiteren kenmerkend is voor dieren die in groepen leven, zoals mensen en apen. De drang is nodig om een band te scheppen tussen mensen.

(Journal of Neuroscience, december 2006)