Inderdaad een interessante vraag.
Toen ik 11 was zat ik in groep 8. Bang om mijn vertrouwde school en vertrouwde omgeving te verlaten. Bang voor de wereld. Ik zag er erg tegenop om naar de middelbare te gaan, want daar was alles vreemd en ik zou er allemaal onbekende mensen tegenkomen die me misschien wel zouden pesten. Als 11-jarige wist ik zeker dat het hoe dan ook slechter zou worden, omdat verandering voor mij gelijk stond aan verslechtering. Bovendien kan een perfect leven niet nog beter worden.
Als mijn 11-jarige ik zou kunnen zien hoe het leven daarna verder is gelopen tot aan nu, mijn 21ste, zou haar opvallen dat haar inschatting van het leven voor een groot deel klopt. Het leven is er inderdaad niet beter op geworden (wat niet hetzelfde is als slecht!!). Maar het leven heeft nooit meer in zo'n sterke mate vertrouwd en veilig gevoeld als toen. Wat ik ook opmerkelijk vind, is dat ik als jong kind helemaal niet anders was dan leeftijdgenootjes, maar dat ik toch het idee had dat ik anders zou worden. Ik wist dat de reden van mijn normale functioneren was dat mijn omgeving vertrouwd en veilig was, maar dat er een einde aan dat normaal functioneren zou komen als die omgeving weg zou vallen. Ik wist dat ik meer moeite zou krijgen met vrienden maken dan de gemiddelde leeftijdgenoot. Het bleek allemaal te kloppen. Het zou best kunnen dat mijn verwachtingen zijn uitgekomen door me er naar te gedragen. Het zou ook zo kunnen zijn dat het te maken heeft met de PDD-NOS die 10 jaar later is vastgesteld.
Mijn 11-jarige ik dacht dat ze wel even de havo zou doen, daarna een goeie opleiding in geen idee wat voor richting, maar het zou in elk geval een goed diploma opleveren. Dat was wat de omgeving altijd dacht, en dus dacht mijn 11-jarige ik dat het ook zo zou lopen. Toch zat ergens altijd dat gevoel niet geschikt te zijn voor werk, omdat het leven buiten dat kleine wereldje onzeker en ingewikkeld was. Werken vind ik maar een ingewikkeld iets, maar daar hoefde ik me op dat moment niet mee bezig te houden. Mijn 11-jarige ik zou verbaasd zijn als ze hoort hoe mijn schoolcarrière is verlopen. Ik kwam terecht op het vmbo, waar ik zelfs een jaar in de huiswerkklas heb gezeten, en nadat ik doorgestroomd was naar de havo heb ik ook nog het examenjaar verprutst. De opleiding die ik daarna ben gaan volgen heb ik na anderhalf jaar ook verprutst en nu zit ik een jaar zonder studie. Maar als ik dat 11-jarige meisje uit zou leggen waarom het zo is gelopen zou ze het wel begrijpen. Omdat ik geen idee en dus geen motivatie had voor een vervolgopleiding, omdat ik in het laatste jaar van de havo nog niet toe was aan iets nieuws (goh, verrassend) en bewust heb lopen prutsen zodat ik mocht blijven zitten, omdat ik eigenlijk te zwak ben voor het normale leven, en omdat ik ook nooit echt discipline heb gehad om mezelf ergens toe te zetten. Of eigenlijk had ik wel discipline, maar zette ik al mijn discipline verkeerd in waardoor er niets overbleef voor schoolzaken. Want gedisciplineerd was ik wel toen ik besloot dat ik mijn vertrouwde lichaam moest houden, en dat ik volgens heel strenge regels moest eten en bewegen. Behalve een vertrouwd gevoel leverde het ook een heel sterk gevoel op. Ik was dan wel te zwak voor de wereld, maar zelfs ík kon me op een bepaalde manier ook sterk genoeg voelen.
Het idee dat ik te zwak ben voor het gewone leven, is eigenlijk alleen maar sterker geworden. Eén van de redenen dat ik na het vmbo naar de havo wilde in plaats van het mbo, was dan ook dat ik op de havo geen stage zou hebben. En in het tweede jaar van het hbo was ik ook opgelucht toen ik bij de groep hoorde die de tweede helft van het jaar pas op stage moest. En die stage is precies zo gelopen als waar mijn 11-jarige ik al bang voor was. Het was te ingewikkeld om mee te draaien. Wat mijn 11-jarige ik niet zou begrijpen, is dat het lichamelijk ook te zwaar was. Want als 11-jarige voelde ik me lichamelijk onverwoestbaar.
Mijn 11-jarige ik zou niet geloven als ik vertel dat ik een relatie heb. Ik hield me niet met relaties bezig en voelde er ook niets voor. Ik had als 11-jarige net een korte basisschool-relatie achter de rug omdat ik dat wel eens wilde proberen, en dat voelde precies hetzelfde als wat ik bij de meeste andere klasgenootjes voelde. We konden leuk samen spelen met lego en zo, en dat was het. Toch was mijn beeld wel altijd het standaard plaatje van samen met een man en kinderen. Dus die man was wel in dat beeld terwijl ik niets voor relaties voelde. En ik had ook altijd het idee dat ik onvruchtbaar zou zijn, zonder te weten waarom. Dat vermoeden is sterker geworden, maar nu wel met een reden.
Door dit te schrijven valt het me op dat ik als 11-jarige het verwachtingsbeeld van anderen probeerde na te streven: man, kinderen, goede opleiding en werk. Mijn onderbuikgevoel gaf echter net een ander beeld weer: niet geschikt voor een relatie, geen kinderen, te weinig discipline en kracht voor een goede opleiding, niet geschikt voor werk. Dat gevoel heb ik grotendeels weggedrukt, omdat dat niet paste binnen het beeld wat anderen voor zich hadden. Het pastte niet binnen het beeld wat zo hoorde te zijn voor mijn gevoel. Maar voor een groot deel, op de relatie na, had mijn onderbuikgevoel toch gelijk. Dus ik wil mijn 11-jarige ik toch een complimentje geven voor die redelijk goede inschatting die ze op die jonge leeftijd maakte.
Nu ben ik trouwens ook wel benieuwd naar het antwoord van Leeuwtjuh zelf, de topicstarter. Wie een moeilijke vraag stelt moet zelf ook met de billen bloot