Hoe zie jij "God" en hoe ga je daarmee om? Hoe uit zich dat?
Hoe zie ik God
Ik zie het godsbegrip als een verschijnsel dat kenmerkend is voor de moderne mens. In de loop van vele eeuwen zijn mensen uit verschillende culturen, volkomen onafhankelijk van elkaar en op grote geografische afstand van elkaar verwijderd, tot de definitie van het godsbegrip gekomen. Daardoor is de conclusie gerechtvaardigd dat godsbesef kenmerkend voor de mens is. Het is een menselijke eigenschap. In zekere zin zou ik zeggen dat het onvermijdelijk en noodzakelijk was dat de mens God heeft 'ontdekt'.
Hoe ga je daarmee om
Om religieuze mensen niet voor het hoofd te stoten zeg ik dat de mens God herkend heeft als iets wat in hem zelf aanwezig was. Het liefste benader ik het geloof van de ander met respect. Hoewel ik de opvatting dat God als Opperwezen buiten de mens zou bestaan niet bewezen acht. Toch valt het bestaan van God valt begripsmatig gezien niet te ontkennen. De mens heeft het godsbegrip immers zelf gedefinieerd en heeft er ook zelf een naam aan gegeven. Het godsbesef is een menselijk concept die is ontsproten aan het menselijk brein.
John Lennon heeft in zijn song 'God' een van de meest treffende omschrijvingen van het godsbesef gegeven:
"God is a concept by which we measure our pain." Dat is in essentie waar het om gaat: God als instrument om onze pijn mee te meten, om onze pijn aan te spiegelen, of aan kwijt te kunnen raken. Als geloof die basisfunctie heeft kan ik daar weinig bezwaar tegen hebben.
Hoe uit zich dat?
In discussies over God en aanverwante zaken wordt al heel snel gesproken over de gruwelen die uit naam van God bedreven zijn. Op het geïnstitutionaliseerd geloof en de grote monotheïstische godsdiensten valt uiteraard veel aan te merken. Maar we moeten niet vergeten dat de gruwelen altijd door de mens zijn bedreven en nooit door God.
Ik ben zelf geen gelovig mens, maar het geloof is een interessant fenomeen. Ik heb geen hekel aan religie en ook geen bezwaar tegen een gesprek waarin de positieve kanten van religie belicht wordt. Gesprekken waarin alleen de negatieve aspecten van religie aan bod komen vind ik dodelijk vermoeiend. Ik heb daar meestal ook helemaal geen zin in. Atheïsten vind ik vaak heel grappig, maar ook irritant. Ze maken zich namelijk heel druk om iets waar ze niet in geloven en putten zich ook graag uit in oeverloze en volkomen zinloze discussies om de tegenpartij van hun gelijk te overtuigen.
Tja, ze doen maar, mijn zegen hebben ze als dat hun hobby is en hun tijd daar aan willen verspillen.
Het leven na de dood is een heel andere discussie. Ik kan me niet permitteren er in te geloven omdat ik voor me zelf geen leven na de dood wens. Tja, je moet consequent blijven, niet waar? [027] De hemel is op aarde, de dood en eeuwige rust is de beloning voor het leven dat je gehad hebt.
En als er toch een leven na de dood is, dan heeft God me toch verschrikkelijk genaaid! De vuile rotzak!