Al het negatieve wat je ziet en hoort, zie en hoor je door het filter van jouw vertelsel wat je vervolgens
naar buiten op iets of iemand zal gaan projecteren.
Je ogen van je lichaam zien die reflectie, bijvoorbeeld als je in een spiegel kijkt.
Je geestesoog (je fantasie, mening, verbeelding, verstand) ziet vervolgens dan wat terug gekaatst wordt.
Dat is de wereld zoals jij die waarneemt.
Projecteren is ontwerpen, vorm geven aan, het bedenken van een wereld.
Maar wie is de ontwerper, wie geeft het een vorm? Wie is de bedenker?
Er is niets in deze wereld wat niet gemaakt is door een bepaalde gedachtegang een idee een standpunt.
Waar het om gaat is het effect van je innerlijke wereld van oorzaak en gevolg. Het gaat niet om de buiten wereld.
Het is een afweermechanisme met behulp waarvan bedreigende gevoelens, driften en ideeën worden
toegeschreven aan iets of iemand anders. Hierdoor wordt een bedreiging niet langer ervaren als afkomstig uit het eigen innerlijk.
Elke keer dat je boos bent op iets wat buiten je staat, onderzoek het, want om boos te zijn op een spiegelbeeld is krankzinnig.